|
|||||||||
versie: 05-05-2018 - redacteur: Bart FM Droog Ontgroeningen
1863 Prof.
mr. J.M. van Bemmelen. Groentijd past bepaald niet
meer in onze tijd. Ook Oxford kent geen barbaarse
ceremonie. De Telegraaf, 17-08-1959. 1881 1882 - Verdeeldheid in Utrecht over
ontgroeningen 1884 - Dode en zware mishandelingen in
Leiden Terwijl hij op het Rapenburg in dezen
toestand zijne woning zocht, kwam hij vier studenten
tegen, die hem den weg wezen. Op zjjne kamer vond hij
echter den zooeven genoemden M., vergezeld van een ander
student L. genaamd, die hem gelastten mede terug te gaan
naar "de Ladder." Van Heijst durtde niet weigeren; doch
toen de twee studenten met hem in den gang van zjjn huis
waren, kwamen de vier studenten, die den armen groen
hadden thuisgebracht, er tegenop, dat hjj weder zou
medegenomen worden, met krachtig, bijna handtastelijk
betoog. L. en M. zjjn geen leden van het Leidsche
studentenkorps. Men
schrijft ons uit Leiden. Rotterdamsch Nieuwsblad,
11-11-1884. 1885 1886 - Leiden
1894 1895 - Anti-groenloopen-bond Het is eigenaardig hoe tegenwoordig
meer en meer strijd wordt gevoerd tegen het z. g.
groenloopen. Aldus het Arnhemsche blad. Zijn meening wordt meer en meer gedeeld; het verzet tegen het bestaande gebruik wordt steeds sterker; er is nu zelfs een anti-»groenloopen"-bond. Wïe herinnert zich niet de bestrjjding, die wjj ondervonden toen wij jaren geleden tegen die vernederende gewoonte te velde trokken omdat zjj toen reeds zooveel aanleiding gaf tot misbruiken? En thans heeft men meer bestrijders dan bewonderaars. Wij gaan dus vooruit. (-)
Middelburgsche Courant, 09-10-1895 1899
Landelijke kranten spraken schande van het incident. De beroemde Leidse hoogleraar sinologie J.J.M. de Groot publiceerde, omdat het ook in Leiden was misgegaan, een verontwaardigde brochure tégen ontgroeningen. Onder andere studentenbladen bestreden de opvattingen van De Groot echter. Na een aantal weken verdween de kwestie - in elk geval voor dat jaar - in de doofpot." Abel
Streefland. Donderjolen en kaalscheren. Delta,
19-09-2017. 1904 - Pleidooien tegen en vóór
ontgroeningen Hoogleraar De Groot vocht tegen de bierkaai, vertelt Slechte. "De professor zette zijn strijd nog lange tijd voort, maar kreeg geen steun. Collega-wetenschappers waren het wel met hem eens, maar vonden dat verandering alleen vanuit de studenten zelf kon komen." Ook de Tweede Kamer hield zich afzijdig, die vond dat de studentenwereld zich voldoende keerde tegen 'de gewraakte euvelen'. De Groot raakte zo verbitterd dat hij het rectoraat van de Leidse universiteit aan zich voorbij liet gaan en uiteindelijk een baan aannam in Berlijn." Een
hoogleraar [= Jan Jacob Maria de Groot, 1854-1921]. Een
ernstig woord aan ouders en voogden van aanstaande
studenten. Hoveker & Wormser, Amsterdam /
Pretoria, [1904]. 103p. 1906 - Leiden Een Ontgroenings-kwestie. —We hebben enkele maanden geleden reeds melding gemaakt van eenige mishandelingen die in September 1906 bij het ontgroenen van nieuwelingen te Leiden hebben plaats gehad en toen o.a. ook medegedeeld, dat een tweetal jongelui die zich reeds voor korpslid hadden aangemeld, zich hadden teruggetrokken, omdat ze zich niet wenschten neer te leggen bij de dingen, die als groen van hen werden gevergd. Sedert hebben zich echter nog andere zaken voorgedaan. Een aardige jongen die zich bij de
laatste gelegenheid als student had doen inschrijven, is
op een kamer van een collega door een tweede
jaarsstudent zoodanig mishandeld, dat hij ongesteld is
geworden en zich onder doktershanden heeft moeten
stellen. Hij is daartoe naar het huis zijner moeder
teruggekeerd en heeft daar eenige dagen verbleven. De mishandelaar, een te Leiden weinig getapt type, is nu dezer dagen door de rechtbank tot zeven dagen hechtenis veroordeeld, maar zal van die straf in appel gaan. Men is echter algemeen van meening dat dit beroep hem weinig zal baten en dat hij nog kans loopt ten slotte nog dieper in de nor te draaien. Zooals te begrijpen is, heeft deze quaestie in de studentenwereld zeer de aandacht getrokken en wordt zij druk gecommentarieerd. Voor het gezond verstand en het billijkheidsgevoel van de muzenzonen pleit dat de publieke opinie zich algemeen schaart aan de zijde van den klager en dat men zich afwendt van den knaap die, misbruik makende van zijn positie als tweedejaars student en misschien ook van zijn meerdere kracht en hoogeren leeftijd, zich niet ontzien heeft om een jongeren kameraad op zoo ergerlijke wijze te mishandelen. Men begrijpt dat de groen de klacht tegen zijn wil heeft zien indienen, en erkent het recht van de ouders om tusschen beiden te komen als het machtsmisbruik de spuigaten uitloopt. Op die wijze kan deze zaak misschien nog haar goede gevolgen hebben en bijdragen tot beperking van allerlei excessen bij de ontgroening van meerendeels nog onmondige knapen en kinderen. Wel is daartegen reeds herhaaldelijk te velde getrokken en wordt ook door het bestuur van het Leidsche studentenkorps alles aangewend om de grappen binnen geoorloofde grenzen te doen blijven, maar zooals het hier verhaalde weer leert, zijn er altijd jongelui die geen maat weten te houden. NN. Een
Ontgroenings-kwestie. Bataviaasch Nieuwsblad,
13-03-1907. 1908 - gewonde in Amsterdam, dader
niet gestraft
1911
1918 Zoo is het ook de gewoonte, om de groenen op den grond te laten zitten, en dat liet men hen nu ook doen. Toen moesten zij allerlei dingen vertellen, om daardoor hun innerlijke gevoelens en karaktereigenschappen te doen uitkomen. Daarbij worden dan heel dikwijls zaken, het sexueel gebied rakende, besproken, hetgeen ook hier het geval was. De groenen, die dergelijke dingen niet wilden zeggen, werden door den student H. met een revolver bedreigd. Een der groenen werd naar een opengeschoven raam getrokken, met het gezicht naar buiten geplaatst, en hem toen, onder bedreigingen, van hem te zullen neerschieten, gelast, één of andere schunnigheid te zeggen. De groen weigerde en toen loste de student H. op eenigen afstand langs het hoofd van den groen een schot naar buiten. De revolver was geladen met losse patronen, doch dat wisten de groenen niet. De groen, die voor het raam geplaatst werd, was evenwel niet het jongmensch, dat thans in de psychiatrische kliniek verpleegd wordt. Hij was er wel bij tegenwoordig en was door het dreigen met de revolver en het schieten zeer angstig geworden. Na de koffiepartij zijn de heeren aan het drinken gegaan en er werd door sommigen véél gedronken. De groenen heeft men evenwel niet gedwongen, om te drinken; wél heeft men hen met jenever overgoten. Een der groenen moest vervolgens in de hondenmand gaan zitten; hem werd een halsband met ketting omgedaan en hij moest zoo voor hond spelen. Afgeranseld is hij daarbij niet, doch een der studenten, die dronken was, heeft met de zweep in het rond geslagen en daarbij, behalve enkele oudere studenten, ook den groen in de hondenmand geraakt. Vervolgens heeft men den herdershond van den student H., een mak beest, op den groen afgestuurd. De hond heeft niet gebeten, doch slechts aan de kleeren van den groen getrokken, enz. De groen, die in de mand zat, was door een en ander wel bang geworden. De rector erkende voorts, dat één der groenen zich ontkleed had. Hij behoefde zulks evenwel niet te doen, omdat dergelijke bevelen niet gegeven mochten worden. Juist is eveneens, dat men den bijna geheel ontkleeden groen met een zwart-gebrande kurk op zekere lichaamsdeelen heeft toegetakeld. Nadat al deze dingen zich afgespeeld
hadden, is een dier groenen in overspannen toestand
geraakt. Hij werd door den rector enkele dagen van het
groenen vrijgemaakt, maar toestand verergerde, met het
bekende gevolg." (...) Over ontgroenen.
[Delftsche sudenten willen het verplicht 'groenloopen'
afschaffen. Provinciale Drentse en Asser Courant,
06-05-1918. 1919 -Onderzoek in Leiden en
afschaffing ontgroeningen, Groningen Gedurende deze eerste helft van den dag had het ontgroenen gewoonlijk plaats op den voet eener betrekkelijke gelijkheid. Hier leerden de studenten de groenen, de groenen het openhartige en joviale verkeer met de studenten kennen, hier toonde de ontgroening dan één nuttige zijde. Gedurende de tweede helft van den dag daarentegen waren lichamelijk geweld in allerlei vormen, alsook begieten, bespuiten en stukscheuren van boven- en onderkleeren geenszins toevallige en zeldzame excessen, maar gewone zaken, waarop trouwens de groenen bij de keus hunner kleeren rekenden. Een en ander was het ergst op de opzettelijk daartoe ingerichte donderjolen; de afschuw van deze donderjolen was bij de ondervraagden dan ook algemeen. Het aantal donderjolen, door de verschillende groenen bijgewoond, liep ook nogal sterk uiteen, en ook overigens bleken de groenen op ongelijke wijze te hebben gedeeld in de goede en kwade kansen. Gore gesprekken, ernstig en onmatig voortgezet waren gedurende deze tweede helft van den dag gebruikelijk. De eerste-jaarsstudenten zagen hèel wel in, dat van sommige gesprekken over meestal vermeden onderwerpen een ontbolsterende en dus heilzame werking kon uitgaan, en natuurlijk wisten of beseffen moesten, dat buiten groentijd en studentenleven de gesprekken van jonge mannen onder elkander ook allesbehalve voorbeeldig zijn. Doch naar het oordeel van bijna allen werd hier voortdurend de grens van het verdedigbare zeer verre overschreden. Algemeen werd er over geklaagd, dat
gedurende deze tweede helft van den dag de nuchter
gebleven groenen zoo dikwijls dronken ontgroeners
tegenover zich hadden; ook daardoor werd alsdan alle
opvoeding ontbolstering of werkelijke kennismaking
onmogelijk. Het weerzinwekkende deel diezer ontgroening,
hetwelk den groentijd voor de meesten heeft vergald, was
volstrekt niet beperkt tot personen, die zich aan den
buitenrand van het Corps bevonden, en in den groentijd
uit hun verscholen hoek te voorschijn kwamen, maar kwam
herhaaldelijk van den kant van personen, die in het
corpsleven een zeker aanzien genieten. Geklaagd werd
vooral over het optreden der jongere jaars." (...) Groningen
- Vindicat schaft groentijd af, en vervangt deze door
'een verplichte kennismaking' van acht dagen, 'op den
voet van gelijkheid, zoodat elke uiting van
ondergeschiktheid vervalt.' 1920 1921 1933 - Utrecht, het ladder-incident.
Twee gewonden. In den tuin van een pand aan de Kromme
Nieuwegracht, moest een „groen" naar boven
klimmen, gevolgd door een anderen student. De ladder is
daarbij door midden gebroken. Beiden vielen naar beneden
en werden dusdanig verwond, dat ze per auto van den
gemeentelijken geneeskundigen dienst naar de
rijksklinieken moesten worden overgebracht."
1940 Dat zal, gezien de historische
tradities, die in het corps leven, niet zonder
moeilijkheden kunnen geschieden. Aan het voorbeeld van
den groentijd laat zich toelichten, hoezeer het
voortdurend noodig is, tusschen het wezenlijke en het
bijkomstige in de traditie te onderscheiden. Deze
instelling staat voortdurend aan het gevaar van
ontaarding bloot; goed opgevat, kan zij echter voor den
aankomenden student een passende inwijding in de
universitaire wereld zijn, doordat zij hem den
wezenlijken trek van die wereld voor oogen voert, welke
bestaat in de bereidheid tot kennisneming van en
gedachtenwisseling over alles, wat object van rede en
sentiment kan zijn. De
Groninger Academiedag. Nieuwsblad van het Noorden,
28-10-1940 1945 De Pro-Rector van Vindicat, de heer W. H. Enklaar, wees er in zijn rede op, dat de Senaat gemeend had, dat het feit, dat Vindicat na 3 jaren van onderdrukking thans met onbevlekt blazoen zijn plaats in de Groninger studentenwereld weer staat te hernemen, niet geheel onopgemerkt voorbij mocht gaan, ook nu een deel van het vaderland nog zucht onder de verschrikkingen van de Duitsche bezetting en Rector, Ab-actis en Fiscus nog blootgesteld zijn aan de Duitsche terreur. (...) Nooit echter zal men den Senaat bereid vinden om den groentijd af te schaffen, dit is een instituut, dat zijn nut volkomen heeft bewezen. Indien men de inconvenienten van een groentijd niet voor het corpslidmaatschap over heeft, dan verdient men het evenmin ooit Vindicater te worden."(...) Opening
van het nieuwe Gebouw van het Gron. Stud. Corps
„Vindicat atque Polit" op Donderdag 3 Mei 1945. Der
Clercke Cronike, 02-06-1945. 1949 - lofzang op ontgroeningen 1951 - 'de bestrijding van het
nihilisme' Het ligt voorts in de bedoeling direct na de oriënteringsdagen met de groentijd te beginnen, zodati deze voortaan op 1 October, wanneer de colleges beginnen, is afgelopen. Men verwacht van het gehele experiment goede resultaten, speciaal ook wat betreft de bestrijding van het nihilisme (het niet aangesloten zijn bij een gezelligheidsvereniging). Orienteringsdagen
voor a.s. studenten aan Groninger universiteit. De
Heerenveensche Koerier, 12-07-1951. 1954 Gewonden en veel schade bij vechtpartij tussen studentenverenigingen, als verlate ontgroeningsactie. Delftse studenten 'bezochten' collega's te tilburg. Vecht- en smijtpartij met veel schade en lichtgewonden. Nieuwsblad van het Noorden, 30-09-1954. https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010888363:mpeg21:a0189 1955 De conferentie werd gehouden om, voordat de jaarlijkse reeks van ingezonden stukken tegen het groenen in de bladen verschijnt, het standpunt van de algemene senatenvergadering bekend te maken. Onder deze vergadering vallen de corpora van Amsterdam, Leiden, Utrecht, Groningen, Delft, Wageningen en Rotterdam." Groentijd
natuurlijk en noodzakelijk. Trouw,
06-09-1955. 1956
1959
- Pleidooi voor afschaffing groentijd Maar wanneer de verontwaardiging weer is afgeëbd, speelt de groentijd zich het volgende jaar weer precies zo af als tevoren. Wel esbben de meeste corpora z.g. „commissies van bijstand" om op de groentijd toe te zien, en wordt ook door de Besturen, Senaten of Collegium zoveel mogelijk gewaakt tegen excessen. Maar dezen doen zich toch altijd weer voor. Wat een wonder, dat tal van ouders hun hart vasthouden wanneer zij hun kinderen zich aan een dergelijke groentijd laten onderwerpen. (...) Zou het — zo vraagt men
zich af — nu niet werkelijk eens tijd worden de
groentijd definitief af te schaffen en te verbieden.
De ongerustheid over het Instituut van de groentijd
blijkt niet alleen bij de ouders te bestaan. Ook de
Senaten van de Universiteiten en de Hogescholen zijn —
zoals tot uiting komt in een publikatie van mei van
dit jaar („Universiteit en Hogeschool" Jrg. 5 no 5), —
allerminst tevreden over de wijze, waarop de groentijd
zich ieder jaar afspeelt. Een aantal hoogleraren heeft
zich hierover geuit. Prof.
mr. J.M. van Bemmelen. Groentijd past bepaald niet
meer in onze tijd. Ook Oxford kent geen barbaarse
ceremonie. De Telegraaf, 17-08-1959. 1962 - 'Dachautje
spelen' 1963 NN.
Onderzoek ontgroenen in Groningen. Leeuwarder
Courant, 27-03-1963. 1965 - dode bij
ontgroening Nog spartelden leden van „Tres"
tegen. „Deze ontgroening kweekt mannen. De jongens
zijn er trots op als ze zich realiseren, dat hun vader
dit ritueel ook heeft doorgemaakt. Ze voelen zich
opgenomen in de wereld van de moedige kerels", meende
een van de adellijke leden van het gezelschap zonder
een spoortje van cynisme op te moeten merken."(...) 1966 "Ik heb er in die tijd al voor
gestreden om daarmee op te houden", zegt Cohen. Hij was
lid van 1966 tot 1971. "Ik heb toen al bezwaar gemaakt
tegen de groentijd op grond van ongelijkheid. Je had
als eerstejaars gewoon niets te vertellen. Maar het
soort excessen waar het nu over gaat, had je toen niet." 1969
- de groentijd als exces 1978 1988 Excessen bij ontgroening Bij studentenartsen zijn talrijke klachten binnengekomen over excessen bij ontgroening op de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Zo zouden studenten van de vereniging
Sanctus Laurentius vorig jaar gedwongen zijn tijdens de
ontgroening door een berg slachtafval te kruipen.
Enkelen van hen zouden daardoor een huidziekte hebben
opgelopen. Voorts werd door studenten en ouders geklaagd
over het feit dat de ontgroeningsperiode van de
Rotterdamse universiteit te vermoeiend is. https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010471984:mpeg21:a0031 1989 - zwaargewonde in Amsterdam "Een student raakte tijdens het 'zooien’, waarbij de student aan het revers van zijn colbert door elkaar wordt gerammeld, zo zwaar gewond dat hij verlamd raakte. De betrokken vereniging beloofde beterschap en zegde toe het fysieke deel van de ontgroening te temperen." (Nu.nl, 2016/2017) Ontgroeningen gaan al decennia gepaard met incidenten. Nu.nl, 28-09-2016/11-11-2017. https://www.nu.nl/dvn/4328417/ontgroeningen-gaan-al-decennia-gepaard-met-incidenten.html Van Dam. [getuigeverslag van ontgroening]. Het Parool, 24-10-1989. https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010846247:mpeg21:a0180 1991 "In Delft in 1991 werden bij een ontgroeningsfeest ongeveer vijftien studenten onwel door de drukte, warmte en slechte ventilatie in het gebouw. Enkelen raakten bewusteloos en moesten naar het ziekenhuis." Ontgroeningen gaan al decennia gepaard met incidenten. Nu.nl, 28-09-2016/11-11-2017. https://www.nu.nl/dvn/4328417/ontgroeningen-gaan-al-decennia-gepaard-met-incidenten.html 1994 "Het kaalscheren gebeurt tegenwoordig genwoordig zelfs in Leiden niet meer Toch is het corps in de oudste universiteitsstad van Nederland nog steeds berucht Aspirant-lid Ilja Bonsen deed in 1994 in Nieuwe Revu verslag slag over haar kennismakingstijd "De Minerviaan grijpt mijn gezicht vast en duwt mij op mijn knieën Ik zeg dat ik niet op mijn knieën wil omdat er glas op de grond ligt Hij schuift zijn voet over de grond en zegt dat er nu geen glas meer ligt Het tegendeel is waar. Ik word door twee man op mijn knieën in het glas gedwongen dwongen terwijl mijn T-shirt verder kapot wordt gescheurd scheurd. Het tafereel gebeurde achter de gesloten deuren van de verenigingssociëteit Geestelijk vernederen is het leukste in het volle buitenlicht weten ze bij het Leidse Minerva. De in Rotterdam werkzame Paul (28) werd ontgroend in de tijd dat student geschiedenis prins Willem-Alexander met zijn lidmaatschap maatschap het koninklijke aura van Minerva oppoetste "Op een dinsdag werden we met een oude schuit door de Leidse grachten gevaren. Als groentjes werden we bekogeld met tomaten vis huisvuil en aardappelschillen. Corpsballen met imponerende zegelringen urineerden over onze hoofden. De gewone Leidenaren keken vanaf de brug toe." Carel van der Velden. een beproeving scheift het kaf van het koren. Nieuwsblad van het Noorden, 29-09-1997. 1997 - dode en zwaargewonde bij
Vindicat, Groningen "De
huisgenoten van de Groningse student die in 1997
bij zijn ontgroening
omkwam, gaan vrijuit. Er is geen sprake van dood
door schuld, stellen
twee artsen, die de zaak onderzochten, aangezien
leken zo'n situatie
makkelijk kunnen onderschatten." 2000
Nieuwe Revu-journalist
Bor Beekman woonde in 2000 een ontgroening van het
Utrechtsch Studenten Corps (USC) bij. "Een van de
jongens begint te hyperventileren en stort in. Een
ander bloedt uit zijn kin, en zal later naar het
ziekenhuis gaan voor een paar hechtingen." De
journalist zou door een ‘ontgroener’ bij de keel
zijn gegrepen en werd in de boeien geslagen. Volgens
een ‘gerucht’ liep het dat jaar ook bij het
Utrechtse ‘Veritas’ uit de hand. Tijdens de
‘introductieperiode’ zou een straalbezopen
‘kampleider’ een brandende sigaret uitgedrukt hebben
op de arm van een aspirant-lid."
(...) "Vorige week vertrok onze zoon naar een ontgroeningkamp van een studentenvereniging in het westen van het land met de mededeling dat hij zich na negen dagen weer thuis zou melden. (...) Afgelopen zondag kwam hij weer thuis. De aanblik van wat wij zagen was verbijsterend. Voor ons zagen wij een slap aftreksel van wat eens een stralende eindexamenkandidaat met bravoure was geweest. Met moeite kon hij zijn verhaal aan ons kwijt, waarvan wij dachten dat de daarin genoemde excessen, gelet de gedragscode, zich niet meer voor zouden doen. Voorbeelden? Zijn weekendtas was een stille getuige die een ondragelijke stank van bier en zure chocolademelk verspreidde. Gescheurde t-shits en smerige kleding, een slaapzak waarin een pot gel was omgekeerd samen met een pak bloem, waarin hij een weeklang heeft moeten slapen. De mededeling dat dit te wijten was aan de ontgroeningcommissie was overbodig.Zijn relaas over de afgelopen dagen was ronduit stuitend om aan te horen en valt in de categorie: mensonwaardige behandeling. Ik heb het dan niet onder de normale ontgroeningpraktijken waarin de aankomende studenten voor gek worden gezet en door ouderejaars worden afgezeken. Het gaat hier over het onthouden van de meest elementaire basisbehoeften zoals voldoende eten, slaap en verzorging. Het eten tijdens die dagen bestond uit het nuttigen van vier boterhammen met pindakaas per dag die binnen twee minuten moesten worden opgegeten, anders volgt een sanctie. Voor het toiletbezoek werd een kaart voor het plassen en poepen uitgereikt voor de hele week. (...) Slechts één keer heeft hij in negen dagen tijd vijf aaneengesloten uren kunnen slapen. Tijdens de overige nachten werd er na een paar uur slaap weer appèl gehouden en andere activiteiten begonnen. Naast activiteiten die als leuk of nuttig voor de groepsvorming kunnen worden bestempeld waren er activiteiten die beslist niet door de beugel konden. Het verplichte zwart rijden in het openbaar vervoer beschouw ik nog als de minste kwalijke. Ontoelaatbare praktijken zijn mijns inziens het drie uur lang onder de bar zitten om met een bekertje in de hand om een mengsel van bier en chocolademelk dat over de bar klotste en in de haren drupte, in een bekertje op te vangen. Of het stokstijf stilstaand moeten aanhoren van een twee uur durende scheldkanonnade vlak bij het oor. De sancties uit 'overtredingen' bestonden uit: met het hoofd onder water duwen in de vijver waarin jaargenoten verplicht hun blaas hadden geleegd, het afknippen van hele plukken hoofdhaar tot het van het lijf scheuren van het T-shirts. In de jaren zeventig ben ik in het
leger geweest en ben ik wel wat gewend. Ik heb zelf
gestudeerd en ik weet dat bij ontgroening ontberingen
horen. Maar wanneer tijdens de ontgroeningdagen 10
procent van de deelnemers afhaakt en 20 procent van de
aspirant-leden op één dag in de ziekenboeg belandt, dan
is er iets grondig mis met het toezicht op de
ontgroeningsactiviteiten van de studentenverenigingen."
(...)
2007 2008 - verbeteringen in Leiden? Milo
van Bokkum & Mark Lievisse Adriaanse. Ontgroening:
'Je moet er gewoon even doorheen'. NRC Handelsblad,
21-08-2017.
Commissie! Ontgroeningen
gaan al decennia gepaard met incidenten. Nu.nl,
28-09-2016/11-11-2017. Gewonden na
'incidenten' te Groningen, Maastricht en Delft "Studenten mogen niet praten over de ontgroeningstijd De NOS meldt dat studenten al zeker drie jaar een contract moeten ondertekenen waarin onder meer staat dat zij met incidenten niet naar de media mogen stappen. Gebeurt dit wel, dan krijgen zij een boete van 25.000 euro. De commissie die namens de Rijksuniversiteit Groningen toeziet op de veiligheid tijdens de ontgroeningen zegt tegen NU.nl niet op de hoogte te zijn van deze zwijgcontracten. De commissie wil dat de vereniging deze gang van zaken stopt. Gebeurt dit niet, dan kan de universiteit sancties opleggen. Voor de camera van GeenStijl stelde
rector Stijn Derksen van Vindicat overigens dat de
contracten bij volgende introductieperiodes worden
afgeschaft." Meerdere
incidenten bij en rond Vindicat
Deze pagina is mede
mogelijk gemaakt door: partners
|
|||||||||
![]() |
|||||||||