Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: jaaroverzicht 1925                                                      versie: 11-02-2015

Titel:
Hippocreen
Bloemlezing uit de
Amsterdamsche studenten-poëzie
Samengesteld door:
P. Januaris Axiopolis
Uitgeverij:
J. Clausen, [s.l.]
Jaar van verschijning: 1925
Omvang: 84 p.
Bijzonderheden:
Overgenomen uit het Amsterdamsche studentenweekblad "Propria Cures"

Opgedragen aan den Illustrissimus
Senatus Studiosorum Amstelodamensium

Google over dit boek



Volgens DBNL is P. Januaris Axiopolis een poseudoniem van H.M. Wertheim.

Dit boek staat integraal op DBNL: http://www.dbnl.org/tekst/wert012hipp01_01/


 

EEN WOORD VOORAF.

Verzamelingen van studentenpoëzij worden altijd van een inleiding voorzien. Ook dezen dichtbundel willen de samenstellers niet dan van proza gechaperonneerd, de wereld inzenden. Want de titel van het boekje vraagt opheldering. HIPPOCREEN was de naam van een bron op de hellingen van den berg HELICON in BOEOTIË. Zij was ontstaan door een fikschen trap tegen den rotswand, afdruk van de hoef van PEGASUS, het gevleugeld ros. Nadien hadden de Muzen haar in protectie genomen en den gegadigden beschikbaar gesteld tot het putten van dichterlijke bezieling. Zoo voorzag zich een Amsterdamsch Student, nu twintig jaar geleden, van een kannetje inspiratie, ter plaatse getapt. En ziet: een wonder was gebeurd: de HIPPOCREEN bleek rijk aan mineralia en het prikkelend vocht werkte na in zijn spotdichten, gepubliceerd in het Amsterdamsch Studentenweekblad PROPRIA CURES.

Sindsdien is de HIPPOCREEN voor den Amsterdamschen Student een intermitteerende bron gebleven en wekelijks bood zij stof voor daadwerkelijken cultus der Muzen: speciaal van ERATO, de Muze der kleengedichten. En de rubriek, waaronder dezelve in P(ROPRIA) C(URES) werden geplaatst, kreeg het etiquet, dragend het merk der onvervalschte herkomst: zij heette voortaan HIPPOCREEN en omvatte al wat er zoo rijmt, van epigram tot en met liefdesdicht.

Uit de twaalf laatste jaargangen van P. C . nu, is deze bloemlezing samengesteld. Steeds werd de strijd van den spot in de rubriek HIPPOCREEN met gesloten vizier gevoerd; slechts de schild-emblemen, de pseudonymen, werden bekend. Zelfs amazonen streden mee in deze tournooien. Steeds waren het gemaskerde aanbidders, die in den dronk der HIPPOCREEN vergetelheid zochten, doch hun eigen identiteit is veelal mede in vergetelheid geraakt. Maar de HIPPOCREEN zelf werd in den loop der jaren tot een vergaarbak van "humor" in den waren zin des woords, waaruit dit boekske is gedistilleerd. Moge zijn lezer behagen scheppen in de ietwat intellectualistische grapjes en hautaine ironie, kenmerkend voor een groot deel der Nederlandsche studenten.


VERKLARINGEN.

P. C. = "Propria Cures" = Amsterdamsch Studenten-Weekblad.
Foet = foetus = groen = novitius.
Knor = soms wel, soms niet deprecieerende naam voor nietcorpsleden. „C'est le ton qui fait la musique!"
Poort = Oudemanhuispoort = Universiteitsgebouw.
N. I. A. = „Nos lungit Amicitia" = Amsterdamsche Studenten-Societeit.
A. V. S. V. = Amsterdamsche Vrouwelijke Studenten-Vereeniging.
Omnium, Chez Gaston, Palace = Amsterdamsche "bars".
Plein = Rembrandtsplein. Volgens Pisuisse: „Unter den Linden", „Leicester Square" of „Boulevard Montmartre" van Amsterdam.
Trianon = Amsterdamsch Café.
Nereus = Amsterdamsche Studenten-Roeivereeniging, terwijl Njord de Leidsche en Laga (familiaar Lagaai) de Delftsche zijn.
Varsity = jaarlijksche Studenten-roeiwedstrijd.
Propjes = Propaedeutisch examen medicijnen.

 

Bevat poëzie van:

  B.
A. Baardema
Bifrons 1
Cantabrio 2
Doublache 3
Fur 4
Heyntgen tot St. Jans 5
Jason 6
Kris-Kras
K.S. 7
Larifarius
P. Rijmelmans 8
R.I.P.
Sylvia
Verlichter

1 Bifrons - J.A. Bletz. Vertaler. Correspondeerde met Menno ter Braak, vóór 27 juni 1925.
2 Cantabrio - Anton Koch jr. De Koninklijke Bibliotheek kent een Anton Koch, (1896- ? )
3 Doublache - Harry Hülsmann. Een Herman Julius Hülsmann promoveerde in 1920 te Amsterdam op: Geschiedkundig overzicht betreffende de historische interpretatie in het privaatrecht. 
4 Fur - P.J. Bont.
5 Heyntgen tot St. Jans - Hendrik Wertheim. Een Hendrik Marinus Wertheim promoveerde in 1935 te Amsterdam op: De eigendom van effecten aan toonder in den boedel van den faillieten commissionair.
6 Jason - J.A. Bletz - zie ook 1
7 K.S. - NPA noemt dit als pseudoniem van Gerard Stigter (1936), beter bekend als K. Schippers; dit is overduidelijk een ander persoon.
8 P. Rijmelmans - Piet van der Esch [NPA]. Dit zou eventueel P. van der Esch kunnen zijn, die van 1937-1980 (aan) meerdere werken over psychiatrie meewerkte/publiceerde. Vroegste titel:  Krankzinnigheid als reden tot echtscheiding (1937).

Bron voor pseudoniemen: NPA - Nationaal Pseudoniem Archief, Biografie Instituut Groningen.

naar boven

Bloemlezing onderzocht door: Bart FM Droog, 2015.
Eerste versie: 11-02-2015


Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners

     

© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2015

Webdesign Revan Barlas