Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: jaaroverzicht 1937                                                      versie: 30-05-2014

Dichter:
Martien Beversluis
Titel:
De brug die Noord en Zuid vereent. Episch-lyrisch declamatorium, voor soli, spreekkoor, tegenkoor, zang en muziek. Geïnspireerd door den bouw van de nieuwe brug aan den Moerdijk. Gedicht ter gelegenheid van de prijsvraag, uitgeschreven door de Algemeene Vereeniging Radio-Omroep te Hilversum.
Uitgeverij:
Bosch & Keuning, Baarn
Jaar van verschijning: [1937]
Omvang: 31 p.
Reeks: Libellen-serie, nr. 262.

Google over dit boek



Bijzonderheden:
Met een voorwoord van den vroegeren Minister van Waterstaat Z.Exc. Jhr. Ir. O.C.A. van Lidth de Jeude.

 

COLOPHON

Het dramatisch gedicht "De Brug" werd geschreven in den winter van 1936 en onder de titel "Die Noord en Zuid vereent" opgezonden als antwoord op de prijsvraag¹ uitgeschreven door de A.V.R.O. voor een declamatorium, ter gelegenheid van de inwijding der nieuwe studio.

Gevraagd werd de text voor een episch, dramatisch of lyrisch declamatorium voor soli, spreekkoren, zangkoor en orkest, behandelend een Nederlandsch onderwerp van dezen tijd.

Uitgenoodigd tot het schrijven werden de dichters Dr. P.C. Boutens, Jan Engelman, M. Nijhoff, Henriette Roland Holst-v.d. Schalk en J.W.F. Werumeus Buning.

In de jury werden gekozen de heeren Professor Anthonie Donker, Kommer Kleyn, Anton van Duinkerken, Eduard Verkade, Abraham van der Vies en Dr. P. Ritter.

Er bleken 23 schrijvers aan de oproep gevolg te hebben gegeven. De jury koos in eerste instantie uit het werk dezer mededingers vijf declamatoria, te weten "De Dijk" van Jan Engelman, "Gedroomd Gebeuren" van Mevrouw Roland Holst, "de Westenwind" van Geerten Gossaert, "Holland" van W. Vuyk en "Die Noord en Zuid vereent" van Martien Beversluis.

Om technische redenen konden de werken van Mevrouw Roland Holst en Geerten Gossaert niet voor bekroning in aanmerking komen. Ook werd het stuk van Vuyk om bepaalde redenen minder geschikt geacht. Uit de beide overgeblevene, waaronder ook dat van Martien Beversluis, koos de jury tenslotte "De Dijk" van Jan Engelman.

Zowel in de Radio-bode als ook door de microfoon bij monde van Professor Donkersloot werd het hierbij uitgegeven werk van Martien Beversluis om literaire en tecvhnische kwaliteiten veel lof toegezwaaid. De Radio-bode van 10 Maart j.l. schreef o.m.:

"In het gedicht van Martien Beversluis vond men een groote vaardigheid; men meende, dat er de beste eigenschappen van het Nederlandsche volk in vredelievende arbeid in tot uiting kwamen, dat het een blijde krachtige toon had en in wezen en vorm voor een declamatorium geschikt was. Overigens waardeerde men de zuiverheid van stemming en impressie, een goede observatie en een juiste weergave van het waargenomene.

Men achtte het dichterlijk van vorm en boeiend door zijn levendigheid en krachtige verbeelding."

Het stuk zal op nader te bepalen datum² door de A.V.R.O. worden opgevoerd.

DE UITGEVERS

 

Menno ter Braak besprak Jan Engelmans winnende gedicht 'de Dijk' in Het Vaderland, 27-04-1937: http://mtb.dbnl.nl/tekst/braa002vade06_01/braa002vade06_01_0046.php

¹ Dagblad De Telegraaf van 08-12-1936 berichtte over deze prijsvraag:
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110577330:mpeg21:a0291
² De Dordrechtsche Courant van 14-09-1942 meldt dat een radio-uitvoering van dit gedicht op dinsdag 15 september via Hilversum 2 om 19.00 uur te beluisteren was. "Op muziek van Louis Schmidt, met medewerking van Dini Dandey (alt), het Omroepkoor, spreekkoor, het groote Omroeporkest, het geheel o.l.v. Louis Schmidt. Regie Jan Koetsier Muller."

http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011026241:mpeg21:a0055

Een fragment uit het werk:


  (...)

DE KOOPMAN:

Daar was voor 't liggend en bestaande,
nu sâamgespannen ten Moerdijk,
een bijkorf gonzend en aangaande
in werkplaats en in opslagwijk.
Daar was het verre spreken naar de
kantoren, elk uur, zingende,
daar was het wikken van de waarden,
't gelaad en 't trappelen der paarden
luidruchtig en doordringende.
Daar reed het staal der pletterijen,
Daar waggelden de walsen heen.
en³ bliksemschicht en vuurwerk scheen
uit de doorgalmde gieterijen.
Daar ijlden, als ten oorlog rijden
naar 't punt ten aanval escadrons,
uit heel het land, van alle zijden,
door 't Zaansche en door Gronings weiden,
der vrachten davrende cassons –

(...)


³ 'en', zonder kapitaal, als afgedrukt in de bundel, berust waarschijnlijk op een tik- of zetfout uit 1937 – redactie NPE.
 


naar boven

Pagina aangemaakt: 26-05-2014.


  Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:



Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners

© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2014

Webdesign Revan Barlas