Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: jaaroverzicht 1953                                                      versie: 11-04-2013

Titel:
De Nederlandse poëzie
in honderd verzen
Bijeengebracht en toegelicht
door
: Dirk Coster
Uitgeverij:
Van Loghum Slaterus, Arnhem
Jaar van verschijning: 1953
Omvang: 278 p.
ISBN: -
Bijzonderheden:
3de, herziene druk (1ste druk 1927);
4de druk in Verzamelde werken, 1970.

De toelichting, 'Een overzicht',
beslaat de pagina's 7 t/m 99.

 

   

 

 

[opdracht in boek]
Opgedragen
aan de nagedachtenis van
DR P. C. BOUTENS
† 1943

 

 

Google over dit boek

 

VOORBERICHT BIJ DE DERDE DRUK

In het voorbericht bij de eerste druk van de Honderd Verzen in 1927 heb ik de lezer verteld, hoe deze uitgave - keuze zowel als inleiding - feitelijk een herdruk was van een werkje dat ik reeds in 1910 concipieerde, en dat, goed en wel gedrukt, door een on-tijdig faillissement van de uitgever de openbaarheid niet bereikte. Dit betekende feitelijk dat er in dit boek een beeld gegeven wordt van de Nederlandse poëzie, zoals die zich aan een jong mens onthulde. Want alle latere bewerkingen hebben de grondtoon van deze eerste conceptie niet geheel verloren doen gaan, die er uiteraard een was van geestdrift en verwondering. Van verwondering allermeest. Want men moet niet vergeten, dat vele verzen die thans gemeengoed zijn, in 1909 ontdekt of heront-dekt moesten worden. - Een goedwillende lezer zal kunnen begrijpen (om een enkel voorbeeld te geven), welk een emotie zich van een schoonheidzoekend jong mens meester moest maken, toen hij uit het enig overgebleven exemplaartje van Zuster Bertkens werken, in de Koninklijke Bibliotheek, letter voor letter het Lied van de Nachtegaal copieerde, niet wetend waartoe dit wel leiden zou, tot zich eindelijk het geheimzinnig glanzend vers onthulde dat thans en zo lang reeds voor velen een dier-baar bezit is geworden.

Wat nu te doen in een heruitgave van 1953? Ik heb, na enig overwegen, deze grondtoon van jonge geestdrift intact gelaten. In laatste instantie is dit boek voortgekomen uit een jeugd, laat het zich tot de jeugd blijven richten. Alleen bij deze nieuwe bewerking heb ik enkele exuberanties dier geestdrift zonder pardon geschrapt. En de koppige overtuigingswil die mij in vroe-ger jaren er dikwijls toe dreef, een bepaalde definitie enige malen met kleine variaties te herhalen, - die overtuigingswil heb ik thans resoluut de boeien aangelegd.
   Voorts zijn de karakteristieken van Hooft en vooral die van Vondel uitgebreid, zodat deze laatste thans beter zijn functie vervult van te zijn het centrum der zeventiende-eeuwse poëzie.

Wat ik met dit werk bedoelde, ik heb het in het voorbericht van 1927 voldoende duidelijk uitgesproken. Ik kan mij ertoe bepalen enkele passages uit dit voorbericht hier over te nemen:
   'Ik wil een bloemlezing geven, waarin het enkel-maar-typische of enkel-maar-historische vers zoveel mogelijk vermeden wordt, waarin men de schoonheid niet te zoeken heeft tussen aller-hande tijdelijker uitingen, doch waaruit, zo mogelijk, van iedere bladzijde de Hollandse stem tot ons opklinkt in die staat van tril-ling en verheviging, die Plato de musische waanzin heeft genoemd. Een parelsnoer van Hollandse poëzie kortom, waarvan iedere parel, met uiterste zorgvuldigheid, op zuiverheid en echt-heid is beproefd. Zulk een boek kan men in handen geven van jonge mensen, en zulk een boek kan ook aan de kenners onzer poëzie wellicht nog een ogenblik welkom zijn, wanneer het mijn tenminste gelukt is, de essentiële lijn, die loopt over de hoogte-punten der Hollandse menselijkheid, ietwat klaarder te voorschijn te doen treden, dan in grotere, de z.g. historische bloemlezingen mogelijk is. Ik durf dus wensen, dat zeer velen dit boek in handen zullen nemen.' 'Een bad in stalende wateren,' zo noemde iemand de lectuur van deze honderd verzen. - Ik kan mij met deze beeldspraak accoord verklaren.

Tot slot: ik heb gemeend als grens het jaar 1914 te moeten stellen, zijnde het laatste jaar der negentiende eeuw gezien als geestelijke eenheid. De belangrijke dichters die dan volgen, be-horen essentiëel tot wat men het drama der twintigste eeuw kan noemen. Ik heb hun figuren behandeld in een nieuw werk, dat de bedoeling heeft, zich direct aan te sluiten bij het boek dat ik thans de lezer aanbied.

Delft, Augustus 1953                                                DIRK COSTER

 

terug naar boven

Bevat poëzie van:

Nicolaas Beets
Zuster Bertken †1514
Anna Bijns 1494-1575
Willem Bilderdijk 1756-1831
P.C. Boutens
Gerbrand Adriaensz. Bredero 1585-1618
Dirk Rafaelsz. Camphuyzen 1586-1627
Jeremias de Decker 1609-1666
Dichter onbekend [9x]
Herman Dullaert 1636-1684
Guido Gezelle 1830-1899
Herman Gorter
Zuster Hadewych 14e eeuw
Pieter Cornelis Hooft 1581-1647
Constantijn Huygens 1596-1687
Willem Kloos
J.H. Leopold
Joannes Luyken 1649-1712
Jan van der Noot 1539-na 1595
Hubert Cornelisz. Poot 1689-1733
Everhardus Johannes Potgieter 1808-1875
Jacobus Revius 1568-1658
Albrecht Rodenbach 1856-1880
Henriëtte Roland Holst-van der Schalk
A.C.W. Staring 1767-1841
Joost van den Vondel 1587-1679
Joannes Stalpaert van der Wiele 1579-1630
Karel van de Woestijne


Namen en data als in boek. Dichters gestorven vóór 1900 vallen buiten
het NPE-onderzoek.

terug naar boven

 

 Bloemlezing onderzocht door: Bart FM Droog / Jurgen Eissink, 1999 / 2013.


 
Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners



© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2013

Webdesign Revan Barlas