Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: jaaroverzicht 1953                                                      versie: 21-08-2013

Titel:
De stijgbeugel.
Veertig verzen van nieuwe dichters
Bijeengebracht door:
Max Dendermonde, Reinold Kuipers
en Garmt Stuiveling
Uitgeverij:
N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam
Jaar van verschijning: MCMLIII [1953]
Omvang: 59 p.
ISBN: -
Bijzonderheden:

DE BOEKVINK
LITTERATUUR IN
MINIATUUR
 

 

Google over dit boek

Uit de 'INLEIDING':

 

Toen de redacteuren van de VARA-rubriek 'Met en zonder omslag' het plan opkwam om een prijsvraag uit te schrijven voor de nog onbekende, 'naam'-loze dich-ters in Nederland, had geen van ons een duidelijk denk-beeld van wat er ons te wachten stond. Onmiddelijk na de bekendmaking begon de poëtische bron te vloeien, en al gauw konden wij, met de Internationale, zingen: 'En de stroom rijst al meer en meer.' Zó omvangrijk werd de hoeveelheid inzendingen, dat de juryleden niet in staat waren het critische werk op de bedoelde tijd gereed te krijgen. Toen de termijn gesloten werd, lagen er niet minder dan 703 groepen gedichten; en aangezien de meeste groepen vier of vijf gedichten bevatten, stonden wij voor de niet geringe taak, ongeveer 3000 verzen te lezen.

    (...) Toen wij de eerste maal vergaderden, bleek, dat wij het onmiddelijk eens waren over 12 gedichten. (...)

    En zo zijn dan de eerste tot en met de vierde prijs toegekend aan: Christine Meyling te Amsterdam, Ellen Warmond te Rotterdam, L. Strackee te Amsterdam en Gia Kes te Bolnes (...)

    Het lijkt ons een verheugend verschijnsel dat er zó velen zijn, die blijkbaar de behoefte gevoelen hun ont-roeringen en indrukken op te schrijven. Het eerste geluk van de poëzie, en in vele gevallen het grootste, onder-vindt de dichter zélf. Het zoeken naar de gewenste vorm en het vinden er van, betekent voor elk een stuk geestelijke arbeid, dat belangrijk is, ook al komt het resultaat een ander mens nooit onder de ogen.

    (...) Het is opmerkelijk, hoeveel schrijvers maar één geslaagd vers hebben ingestuurd, met daarnaast drie of vier mislukte. Op deze regel, die duidelijk wijst op een gebrek aan zelfkennis en zelfcritiek, vonden wij maar weinige uitzonderingen. De belangrijkste daarvan is de winnares van de eerste prijs, Christine Meyling, wier vijftal sonnetten overal een dichterlijk niveau bezit, zoals de meeste andere uitverkorenen slechts een enkele maal hebben bereikt.

 


Bevat poëzie van
:

  Gré van Amerongen te Vriezenveen
Bart Bos te Hilversum
Alyd Brink te Amsterdam
Chris ten Bruggen Kate te Nunspeet
D.J. Bruyn te Zaandam
Jan H. Cartens te Roosendaal
Louis Castine te Rotterdam
Ronny van Cleef te Den Bosch
J.M. ten Donk te Rotterdam
Ab van Duuren te Den Haag
Huib A.P. Eykelenboom te Vlaardingen
C. Golterman-van Dijk te Amsterdam
Piet Heus te Amsterdam
Tjalling E. Hoekstra te Appingedam
Bart van 't Hout te Hilversum
J. van Hijningen te Den Haag
Dirk Jorritsma te Arnhem
Gia Kes te Bolnes
Elisabeth Kristel-Maarsen te Amsterdam
J. Kroon te Amsterdam
Kees Kuyper te Amsterdam
Frans Leonard te Rotterdam
J. Linor te Den Haag
Christine Meyling te Amsterdam
Karo Prince te Utrecht
L. Strackee te Amsterdam
Simon Toile te Heemstede
Martin A. Veltman te Amsterdam
Hetty van Waalwijk te Amsterdam
Ellen Warmond te Rotterdam
Willy Wielek-Berg te Amsterdam
Nico Willsteyn te Amsterdam
Willem van Yperen te Rotterdam
Jan Zitman te Delft

Namen als in boek.

terug naar boven

 Bloemlezing onderzocht door: Jurgen Eissink, 2013.


 
Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:

Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners



© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2013

Webdesign Revan Barlas