Home
dichters
jaarlijsten
bronnen
COLOFON

Behorend tot: jaaroverzichten 1962, 1963, 1964, 1965, 1966         versie: 17-03-2014

Schrijversacties die resulteerden in de oprichting van het Fonds voor de Letteren (Later: Nederlands Letterenfonds).

Meerdere kranten, 1958 - Dichtersstaking

De Waarheid, 13-12-1962 - Schrijvers protesteren tegen schriele overheid
De Waarheid, 20-12-1962 - Adhesie met schrijversprotest

De Telegraaf, 14-01-1963 - Schrijversprotest is nu algemeen
De Waarheid, 25-01-1963 - Schrijvers weigeren stipendia
Het Vrije Volk, 25-01-1963 - Fonds voor "het ergst gedupeerde schrijvers"
De Waarheid, 29-01-1963 - Geld is Tijd voor de Schrijver
Limburgsch Dagblad, 29-01-1963 - Schrijversprotest wordt nog feller
De Telegraaf, 30-01-1963 - Schrijvers kunnen eregeld aannemen
De Waarheid, 09-02-1963 - Uitgevers achter schrijversprotest
De Tijd / De Maasbode, 21-02-1963 - Literair forum verdeeld over Schrijversprotest
De Waarheid, 11-03-1963 - "Geld is Tijd" zeggen creatieve schrijvers
Nieuwsblad v/h Noorden, 25-03-1963 - Schrijversactie opgeschort
Friese Koerier, 26-03-1963 - Actiecomité boekt succes
Het Vrije Volk, 10-06-1963 - Overheid ziet redelijkheid verlangens schrijvers in

Het Vrije Volk, 05-02-1964 - Gaat O., K. en W. fonds voor letteren stichten?
Nieuwsblad v/h Noorden, 19-09-1964 - Fonds voor letteren ingesteld
Het Vrije Volk, 19-09-1964 - Fonds steunt de schrijvers

28 juli 1965: oprichting Stichting Fonds voor de Letteren

De Tijd / De Maasbode, 22-09-1965 - Fonds voor de letteren gesticht
Leeuwarder Courant, 29-10-1965 - Aanvullende honoraria voor schrijvers (...)
Het Vrije Volk, 13-12-1965 - Fonds der Letteren heeft het moeilijk

De Telegraaf, 10-12-1966 - Fonds voor de letteren is op de verkeerde weg

Algemeen Handelsblad, 11-04-1970 - Waarom wie wel of niet geld krijgt.
Comité Schrijversprotest.

naar boven


-------------------------------------
Schrijvers protesteren tegen schriele overheid

Boycot van alle Boekenweekmanifestaties

(Van onze kunstredactie.) Vijf-en-zestig Nederlandse letterkundigen hebben zich in een brief tot het Nederlandse publiek gewend, waarin zij protesteren tegen het iiteratuurbeleid van de regering. De inhoud van het protest, zo vernemen wij, is ook bekend gemaakt aan staatssecretaris mr. Y. Scholten (CHU), die in dit kabinet verantwoordelijk is voor het kunstbeleid.

De 65 verklaren, dat er voor de Nederlandse letteren een maatschappelijke noodtoestand bestaat. "Mede door het beperkte taalgebied is de Nederlandse schrijver over 't algemeen niet in staat van zijn pen te leven. Hij is gedwongen allerlei werkzaamheden te verrichten die met zijn vak niet of slechts zijdelings te maken hebben. Zijn creatieve arbeid lijdt hieronder en wordt hem dikwijls onmogelijk gemaakt".

Uit de subsidie-politiek van de regering constateren de ondertekenaren van het protest, dat de overheid voor deze onaanvaardbare situatie weinig begrip heeft. "De bedragen die op de begrotingen voor literatuur worden uitgetrokken, waarvan dan nog het kleinste deel rechtstreeks aan de schrijver ten goede komt, zinken in het niet vergeleken bij de gelden, die zij, terecht, voor andere takken van kunst besteedt. Ondanks de verwachtingen die na de bevrijding ten aanzien van de subsidiepolitiek op het gebied der letteren zijn gewekt, is de positie van de Nederlandse schrijver nauwelijks verbeterd".

Symbolische daad

Men herinnert aan de diverse voorstellen die uit schrijverskringen in de loop der jaren zijn gedaan om tot verbetering te komen, maar er werd geen gehoor aan gegeven. Van het door de Raad voor de Kunst in 1959 en 1960 voorgestelde bedrag van ruim ƒ 200.000 — is nu ongeveer ƒ 60.000,— beschikbaar, terwijl de totale kunstsubsidies stegen van 12 tot 20 miljoen in de periode 1960— 1963.

"Om hun ongenoegen hierover bekend te maken", zo besluiten de 65 schrijvers/sters hun protest, "en de aandacht van overheid en publiek op de hierboven genoemde situatie te vestigen, hebben onderstaande schrijvers besloten als eerste symbolische daad zich van alle activiteit gedurende de Boekenweek te onthouden.

Zij zullen niet deelnemen aan enige manifestatie in deze week, als de Boekenmarkt en het Schrijversbal en zij zullen geen lezingen houden. Met nadruk vestigen zij er de aandacht op dat deze activiteiten niet gericht zijn tegen uitgeverijj en boekhandel.

Andere maatregelen, die zich rechtstreeks richten tegen het literatuurbeleid van de overheid zijn in voorbereiding."

Van de ondertekenaren noemen wij de volgende personen: J. C. Bloem, Godfried Bomans, Gerrit Borgers, Mies Bouhuys, Gerard den Brabander, A. den Doolaard, Clara Eggink, Hella Haasse, Ed. Hoornik, C. J. Kelk, Gerrit Kouwenaar, Lucebert, A. Marja, Marga Minco, M. Mok, Harry Mulisch, Bert Schierbeek, Annie M. G. Schmidt, Adriaan van der Veen, Simon Vestdijk, Bert Voeten, Theun de Vries en Johan van der Woude.

De Waarheid, 13-12-1962

http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010371877:mpeg21:a0018
--------------------------------------

Adhesie met schrijversprotest

(Van onze kunstredactie)

Tal van schrijvers hebben adhesie betuigd met het protest der 65 tegen het subsidiebeleid van minister Cals en zijn (KVP) en zijn CHU-staatssecretaris Scholten.

Van hen noemen wij A. Roland Holst, Hans Andreus, Willem Brandt, Jacques den Haan, Ben Stroman, Ab Visser, Hans Warren en Aya Zikken.

Mr. Scholten heeft inmiddels een brief aan de secretaris der 65, Bert Voeten, gezonden, waarin hij mededeelt, bereid te zijn een delegatie namens de protesterenden te ontvangen.

De Waarheid, 20-12-1962
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010371883:mpeg21:a0040

naar boven


1963

Schrijversprotest is nu algemeen

AMSTERDAM, maandag. Namens ruim honderd Nederlandse schrijvers van alle generaties is meegedeeld, dat dezen zich akkoord hebben verklaard. met de door - het actiecomité "Schrijvers-protest" voorgestelde boycot van alle letterkundige prijzen, reisbeurzen en opdrachten.

Zij hebben zich tevens verbonden geen zitting meer te nemen in commissies en jury's, die omtrent toekenning van genoemde uitkeringen advies uitbrengen. Bij het secretariaat van het comité zijn twee weigeringen binnengekomen.

De delegatie, die op 22 januari met staatssecretaris mr. Y. Scholten, een onderhoud zal hebben over de positie van de Nederlandse auteur, zal bestaan uit Adriaan Morriën, Sybren Polet en Bert Schierbeek namens het actiecomité en J. J. Klant en prof. dr. Garmt Stuiveling namens de adherenten. (ANP).

De Telegraaf, 14-01-1963
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011204524:mpeg21:a0008


--------------------------------
Schrijvers weigeren stipendia

Na kennisneming van het afwijzend standpunt dat staatssecretaris Scholten ten opzichte van de schrijversactie inneemt, hebben de auteurs Hans Andreus, Adriaan Morriën en Sybren Polet uitvoering gegeven aan de plannen die reeds waren openbaar gemaakt door het „Actiecomité Schrijversprotest". Zij hebben elk een toegekend stipendium van 5.000 gulden geweigerd. De staatssecretaris is hiervan per telegram op de hoogte gesteld. Deze drie auteurs waren de enigen aan wie een stipendium was verleend.

De Waarheid, 25-01-1963
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010371911:mpeg21:a0063

naar boven

-----------------------
Fonds voor "het ergst gedupeerde schrijvers"

AMSTERDAM (ANP) — Na een gisteravond in Amsterdam gehouden vergadering van , het bestuur van de Vereniging van Letterkundigen met het actiecomité Schrijversprotest, heeft men het volgende communiqué uitgegeven:

„Vanavond heeft te Amsterdam het bestuur van de Vereniging van Letterkundigen met het actiecomité Schrijversprotest vergaderd over de wijze waarop de actie tot verbetering van de sociale positie van de Nederlandse auteurs verder zal worden gevoerd.

Tussen beide groeperingen werd volledige overeenstemming bereikt. Het actiecomité, dat inmiddels: 110 adhaerenten heeft, zal de werkzaamheden voortzetten in nauwe samenwerking met het bestuur van de vereniging.

De schrijvers zullen het boekenbal niet bezoeken, in de boekenweek geen lezingen houden en geen medewerking verlenen aan de literaire boekenmarkt. Als gevolg van de boycot zullen de meeste door de overheid in het leven geroepen jury's en commissies uiteenvallen

Het staat dan ook vrijwel vast, daar, immers vier van de vijf juryleden tot de adhaerenten behoren, dat dit jaar de staatsprijs voor literatuur niet zal kunnen worden toegekend. Hetzelfde geldt voor een groot aantal andere prijzen, zowel van rijk, gemeenten als particuliere instellingen. Er zal een fonds worden gevormd om de ergst ge; dupeerden schadeloos te stellen.

Op 9 februari zal in een ledenvergadering van de Vereniging van Letterkundigen aan alle (ruim 400) leden worden verzocht zich achter het deze week door de staatssecretaris verworpen memorandum te plaatsen. (De auteurs stellen zich op het standpunt dat de regering hun een basissalaris moet geven).

Het bestuur van de vereniging zal voor de duur van de actie met twee leden van het actiecomité worden uitgebreid.'

Het Vrije Volk, 25-01-1963
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010954051:mpeg21:a0160
----------------

Geld is Tijd voor de Schrijver

Schrijversprotest

Foto van actiecomité. Met v.l.n.r. Adriaan van der Veen, Bert Voeten, Gerrit Kouwenaar, Bert Schierbeek, Ed. Hoornik, Garmt Stuiveling, Sybren Polet, Adriaan Morriën en J.J. Klant.

De Waarheid, 29-01-1963
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010371914:mpeg21:a0005
------------------------

Schrijversprotest wordt nog feller
Geen goed woord voor mr. Scholten

AMSTERDAM, 29 januari. — "De zorg voor de Nederlandse literatuur berust bij staatssecretaris Scholten in verkeerde handen", dit zei gistermorgen de auteur Adriaan Morriën op een persconferentie van het actiecomité "Schrijversprotest". Deze werd gehouden naar aanleiding van het onderhoud dat een delegatie uit het comité vorige week met de staatssecretaris heeft gehad en de persconferentie die de bewindsman daarna heeft gegeven.

"Aan zijn laars gelapt"

In het onderhoud had de delegatie o.m. het voorstel van het comité besproken voor het verlenen van 50 stipendia per jaar voor schrijvers. Er werden er onlangs drie verleend die overigens door de betrokkenen geweigerd zijn. En de staatssecretaris had meegedeeld dat het niet onmogelijk is dat er in de toekomst meer zullen komen. Doch men wil eerst met de nu verleende ervaring opdoen. De actie van de schrijvers is dus, aldus de heer Morrien, ook in het belang van de uitgevers, naar wie de staatssecretaris ons — ten aanzien van de honorering — opnieuw heeft verwezen. De Nederlandse uitgeverij is een bedrijf van compromissen; de ene uitgave is slechts mogelijk door de uitgave van iets anders.

"Wat wij mr Scholten gezegd hebben, heeft hij aan zijn laans gelapt". Door het ont-houden van steun aan schrijvers wordt afbreuk gedaan aan de aard van het schrijversschap, zo stelde de heer Morrien. De literatuur wordt achtergesteld bij het toneel en de opera. Het comité vraagt één miljoen gulden voor die schrijvers beschikbaar te stellen. De staatssecretaris heeft gedreigd aldus de heer Morriën, dat hij zijn beleid zou voeren met schrijvers die zich tegen ons hebben gekeerd.

"Uitleenrecht"

Prof. dr Garmt Stuiveling die namens de adherenten met de actie vam het comité, het onderhoud met de staatssecretaris heeft bijgewoond, ging in op twee punten die de bewinctsman naar voren had gebracht, nl. dat het rijk al zoveel doet voor die literatuur en dat een verbetering in de eerste plaats vam de uitgevers moet komen.

Prof. Stuiveling stipte aan dat in de zomer van 1961 de vereniging van letterkundigen (waarvan hij voorzitter is) een plan heeft ingediend voor een "uitleenrecht" voor boeken, waarop tot nu toe geen enkele reactie van O.K. en W. is gekomen. Vier jaar geleden werd een actie gevoerd voor verhoging van het aandeel van die auteur in het pocketboek. Dit zou een verhoging van de prijs met zich mee brengen hetgeen bij Economische Zaken op verzet zou stuiten. Acht jaar geleden heeft een staatscommissie, aldus prof. Stuiveling, een plan ingediend voor een herziening van de auteurswet. Tenstotte kwam elf jaar geleden de Berner conventie tot stand (welk een internationale herziening van het auteursrecht inhield), die door Nederland nog steeds niet is geratificeerd.

Algemeen belang

"De erkenning van het schrijverschap is een zaak van algemeen cultureel belang. De uitgevers zijn niet de instantie die het algemeen cultureel probleem van het schrijverschap kunnen oplossen", zo stelde prof. Stuiveling.


Limburgsch Dagblad, 29-01-1963
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010525670:mpeg21:a0094

----------------------------------------------------------
Schrijvers kunnen eregeld aannemen

Van onze kunstredactie

AMSTERDAM, woensdag

Aan de schrijvers S. Vestdijk, J. C. Bloem, A. Roland Holst, Jan Engelman en F. Bordewijk heeft staatssecretaris van O. K. en W., mr. V. Scholten, elk een bijzonder eregeld toegekend van vierduizend gulden. Van deze schrijvers hebben J. C. Bloem, A. Roland Holst en S. Vestdijk getekend voor de actie "Schrijversprotest", waardoor zij zich hebben gebonden geen stipendia, prijzen enz. van overheden aan te nemen. De secretaris van het actiecomité, de heer Bert Voeten, deelde ons mede dat de vijf schrijvers in kwestie hun eregeld wel zullen mogen aanvaarden, omdat eregelden en "super-eregelden", die bestemd zijn voor schrijvers van voornamelijk boven de 65 jaar buiten de boycot vallen.

De Telegraaf, 30-01-1963
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011204538:mpeg21:a0275
--------------

Uitgevers achter schrijversprotest

Uit een briefwisseling tussen de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond (KNU) en staatssecretaris mr Scholten, die vandaag door de KNU is openbaar gemaakt, blijkt, dat de uitgevers achter het schrijversprotest staan.

In een brief aan de regering heeft de KNU een dringend beroep op de staatssecretaris gedaan om zo spoedig mogelijk te bevorderen dat in een zo snel mogelijk tempo de minimum bestaansvoorwaarden van een nader te bepalen groep creatieve schrijvers, wier inkomen onvoldoende is, op een of andere wijze worden verzekerd.

De Waarheid, 09-02-1963.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010371924:mpeg21:a0056
-----------------------------------

Literair forum verdeeld over Schrijversprotest

AMSTERDAM, 21 febr. — „Schrijven is een vak gelijk havenarbeider", aldus Bert Schierbeek tijdens een forum over het schrijversprotest, dat onder voorzitterschap van prof. dr. F. Dekking woensdagavond voor studenten werd gehouden in Hypokriterion. „Het is daarom noodzakelijk dat een schrijver, indien hij getoond heeft zijn vak te verstaan, ondersteuning geniet van de overheid, als blijkt dat hij door schrijven alleen niet in zijn onderhoud kan voorzien."

Godfried Bomans was het met dit standpunt beslist niet eens. Een goed schrijver is zijns inziens de schrijver, wiens „trilling ln het het volk zijn frequentie vindt."Men zál hem lezen en vanzelf zal het talent betaald worden. Subsidie is dan ook volledig uit den boze.

Prof. Garmt Stuiveling meent dat subsidie juist aan die schrijvers moet worden verleend, die wèl kwaliteiten hebben, maar wier werken geen kans op publlkatie krijgen. Zulke schrijvers bestaan niet, beweerde prof. dr. K. van het Reve. Het is onjuist te stellen dat er mensen zijn, die wel kansen zouden moeten hebben maar niet krijgen. Echt talent krijgt zijn kans, ook in Nederland.

Bomans stond in deze aan zijn zijde. Subsidie is een onnodige aanplemping van een behoefte. Een schrijver, die met een hoog bedrag en een vulpen aan een bureau wordt geplaatst, zal beslist niet meer produceren dan indien hij in moeilijke omstandigheden verkeert. Als hij de drang heeft tot schrijven, zal hij het toch wel doen. In dit verband noemde hij als voorbeeld Elsschot, die wellicht juist uit een zekere conflictsituatie tot zijn belangrijk oeuvre gekomen is. Prof. Stuiveling stelde, dat een subsidie dan niet de kwantiteit maar toch wel de kwaliteit zal verhogen. Een schrijver, die zich financieel gedekt voelt, zal rustiger en doordachter te werk kunnen gaan.

Het forum bleef steken in spitsvondigheden en geestige of emotionele pro's en contra's, maar kon uiteindelijk niet tot bevredigende concrete standpunten komen.

De Tijd De Maasbode, 21-02-1963
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011233218:mpeg21:a0130
-------------------------------------

"Geld is Tijd" zeggen creatieve schrijvers
Honderd auteurs ontvangen per maand gemiddeld 3000 gulden.*

[* bedoeld is: per jaar - NPE]

Het aantal schrijvers, dat de actie steunt van het Actiecomité Schrijversprotest is gestegen tot 220. Zoals bekend voeren de schrijvers actie voor de verbetering van hun positie.

Zij hebben op 22 januari 1963 in een onderhoud met de staatssecretaris van O. K. en W„ mr. Y. Scholten, hun eisen naar voren gebracht en hebben hier nu een aanvullend memorandum op gepubliceerd, waarin deze eisen verduidelijkt worden.

Verhouding tot uitgevers

In verband met de positie uitgever-schrijver wijst het comité er in dit memorandum op, dat het uitgeven van Nederlands literair werk slechts in zeldzame gevallen voor de uitgever winst oplevert, dikwijls echter ook voor de uitgever met financiële offers gepaard gaat, waarvoor hij door de publicatie van andersoortig werk compensatie zoekt. De heer Visser, voorzitter van de Kon. Ned. Uitgeverbond. schat de omzet van het Nederlandse literaire werk over het jaar 1962 op drie miljoen gulden. Ongeveer honderd Nederlandse schrijvers zouden tien procent van deze omzet van drie miljoen onder elkaar verdelen. Volgens deze schatting betrekt een Nederlandse schrijver uit eigen creatieve arbeid een gemiddeld jaarinkomen van drieduizend gulden. Voor de meeste schrijvers ligt dit inkomen evenwel ver beneden dat bedrag.

In het memorandum wordt er verder op gewezen dat men hieruit slechts de gevolgtrekking kan maken, dat er voor de Nederlandse letterkunde wel degelijk sprake is van een materiële of economische noodtoestand. De Nederlandse literatuur verkeert in een aanhoudende noodsituatie, die door de ongunstige economische omstandigheden in de productie van het boek niet zonder steun van de overheid kan worden verholpen. Als de uitgever werkelijk de opdrachtgever van de schrijver zou zijn, dan zou de schrijver zich inderdaad uitsluitend tot de uitgever kunnen wenden om van hem te verlangen, dat hij voor zijn inspannende en tijdrovende werk behoorlijk zou worden betaald. Maar het is vrijwel nooit de uitgever, die de schrijver een opdracht geeft.

De maatregelen, die door de overheid in het verleden zijn genomen om de literatuur te steunen, zijn onvoldoende om het schrijverschap de economische basis te verschaffen, die noodzakelijk is voor het funtioneren van van een gevarieerde literatuur.

"De ruimere steun die vragen", zo staat er in het memorandum, "vragen wij niet uit winstbejag of voor ons gemak, maar [onleesbaar] een recht op arbeid. Voor de Nederlandse schrijver is geld tijd, zoals de dichter Bloem heeft opgemerkt. Tijd om te schrijven. Door door die omkering ontstaat cultuur. (...)

De Waarheid, 11-03-1963
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010371949:mpeg21:a0031

=================

-------------------------------------
Schrijversactie opgeschort
Akkoord op praktische punten


(...) Op grond van het voorgaande is aan de staatssecretaris de volgende mededelingen gedaan:

In het vertrouwen, dat de begroting voor 1964 in aanzienlijke mate tegemoet zal komen aan de wensen van de letterkundigen en voorts wegens het belang, dat zij hechten aan een spoedige totstandkoming van het genoemde fonds, hebben het Comité Schrijversprotest en het bestuur van de Vereniging van Letterkundigen in een gemeenschappelijke vergadering besloten, de actie en alle daarmee samenhangende maatregelen op te schorten voor de duur van zes maanden, derhalve tot de begroting 1964 zal zijn gepubliceerd.

Dit akkoord betekent, dat de aan de boycot deelnemende schrijvers van nu af vrij zijn in jury's en commissies zitting te nemen en prijzen, reisbeurzen, opdrachten enzovoort te aanvaarden. Het staat hun ook vrij de openingsavond van de Boekenweek en het Boekenbal vrijdag te Amsterdam te bezoeken.

Nieuwsblad van het Noorden, 25-03-1963
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010678988:mpeg21:a0131


Actiecomité boekt succes

Schrijvers schorten actie op na toezeggingen van staatssecretaris

Den Haag (ANP). - Op uitnodiging van de staatssecretaris van Onderwijs, Kunst en Wetenschappen, mr. Y. Schollen, heeft op vrijdagmiddag 15 maart een tweede onderhoud plaatsgevonden tussen hem en enkele functionarissen van het ministerie enerzijds en een zevental vertegenwoordigers van het actie-comité schrijversprotest en van het bestuur der vereniging van letterkundigen anderzijds. Zonder vooralsnog tot principiële overeenstemming te zijn gekomen bleek men elkaar op een aantal practische punten te kunnen vinden, zo deelt het ministerie van 0., K. en W. mee.

In het over dit onderhoud verstrekte communiqué wordt verder meegedeeld, dat de staatssecretaris heeft nagegaan of hij binnen de thans geldende mogelijkheden aan enige concrete wensen tegemoet kan komen.  Hij verklaarde zich bereid, de verlangens van de letterkundigen inzake herziening van de auteurswet (met name van artikel 16) en inzake vrijstelling van de omzetbelasting voor schrijvers, bij de desbetreffende bewindslieden te bepleiten.

Sommige maatregelen, zoals het toekennen van aanvullende honoraria, zullen versneld worden uitgevoerd, terwijl bepaalde bedragen binnen het ram van de bestaande begroting zullen worden verhoogd. Het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen streeft ernaar, de maatregelen ten behoeve van de letterkundigen de komende jaren uit te breiden, waarbij ernstig rekening zal worden gehouden met het op mart door de raad van de kunst uitgebrachte advies.

De staatssecretaris heeft toegezegd een eventueel initiatief van de vereniging van letterkundigen om te komen tot een pensioenfonds, waaraan ook de overheid bijdraagt, gaarne in studie te nemen en aan de raad voor de kunst voor te leggen om advies.Fonds voor letteren.

Op instigatie van de staatssecretaris zal ten spoedigste overleg worden geopend teneinde nog dit jaar tot een ontwerp te geraken betreffende statuut en werkwijze van een te stichten fonds voor de letteren.

Hierin zou de overheid een deel van voor letterkundige doeleinden beschikbare gelden storten, terwijl als verdere bronnen inkomsten onder andere in aanmerking komen, bijdragen van het bedrijfsleven voor zover dit met produktie en de distributie van het boek te maken heeft en een deel van de opbrengst van het uitleenrecht zodra dit eventueel zal zijn ingevoerd. Over de formulering van de bovenstaande samenvatting is overeenstemming bereikt tussen de staatssecretaris en de bij het overleg betrokken letterkundigen, aldus het communiqué.

Actie opgeschort

Op grond van het voorgaande zijn aan de staatssecretaris de volgende mededelingen gedaan: In het vertrouwen, dat de begroting voor 1964 in aanzienlijke mate tegemoet zal komen aan de wensen van de letterkundigen, en voorts wegens het belang dat zij hechten aan een spoedige tot standkoming van het genoemde fonds, hebben het comité schrijversprotest en het bestuur van de vereniging van letterkundigen in een gemeenschappelijke vergadering op 20 maart besloten, de actie en alle daarmee samenhangende maatregelen op te schorten voor de duur van zes maanden, derhalve tot de begroting 1964 zal zijn gepubliceerd.

Friese Koerier, 26-03-1963
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010689126:mpeg21:a0162


[Overheid ziet redelijkheid verlangens schrijvers in]
Van der Vies-prijs voor Van Loggem

[In artikel over een prijsuitreiking door de voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen]

(...) De voorzitter, prof. dr. G. Stuiveling, wijde uiteraard veel aandacht aan de schrijversactie. Uit zijn mededelingen bleek, dat onder meer op initiatief van staatssecretaris Scholten een commissie is opgericht "ter voorbereiding van het fonds voor de letteren" Het laatste gesprek tussen de staatssecretaris en de schrijvers heeft dit initiatief opgeleverd.

De bedoeling is, dat vooral de overheid, maar ook particulieren, uitgevers, drukkers, binders en anderen die aan het boek wel verdienen, geld storten in dit fonds, waaruit dan de additionele honoraria en stipendia aan de auteurs zullen worden uitgekeerd. Zo hoeft de overheid geen directe bemoeienis met de literatuur te hebben.

Redelijkheid

Prof. Stuiveling verzekerde de vergadering, dat in het laatste halve jaar staatssecretaris Scholten geheel van opinie is veranderd. De overheid ziet nu de redelijkheid van de verlangens van de schrijvers in. (...)

Het Vrije Volk, 10-06-1963
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010954163:mpeg21:a0169
-----------------------------------------------------

Gaat O., K. en W. fonds voor letteren stichten?

(Van onze kunstredactie)

Er komt waarschijnlijk een Fonds voor de letteren. - Dr. J. Hulsker, hoofd van de afdeling Kunsten van het ministerie van 0., K. en W., heeft dat meegedeeld tijdens een vergadering van de Vereniging van Letterkundigen. Hij vertelde, dat na ernstige studie van een commissie een zeer bruikbaar voorstel is ingediend, en dat men nu de instelling van een dergelijk fonds overweegt.

Al het geld, dat de rijksoverheid voor de literatuur beschikbaar stelt, zou in dat fonds gestort worden. Het bestuur ervan, samengesteld o.a. uit vertegenwoordigers van de letterkundige verenigingen, zou vrij autonoom zijn,' naar eigen goeddunken additionele honoraria, stipendia enz. kunnen vaststellen en uitkeren. Men hoopt, dat ook particulieren (uitgevers, grafische bedrijven enz.) eraan zullen bijdragen.

In zijn causerie zei dr. Hulsker: Het schrijversprotest heeft zin gehad. De druk van buiten heeft eraan meegewerkt dat er begrip is ontstaan, dat men inzag een achterstand te moeten inhalen.'

Aan de hand van de begroting voor 1964 zette hij uiteen, hoe de beschikbare ƒ 689.000 verdeeld zullen worden. Hij verwachtte, dat de opgaande lijn zou worden voortgezet en vond dat van enig optimisme wel getuigd mag worden. De stipendia (er is dit jaar f. 60.000 beschikbaar) vormen het moeilijkste probleem. Over enkele jaren wordt er misschien al een groter bedrag voor uitgetrokken.

Dr. Hulsker hield zijn causerie aan het eind van een algemene ledenvergadering in Krasnapolsky te Amsterdam, zaterdagmiddag.

Het Vrije Volk, 05-02-1964.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010954366:mpeg21:a0252
-------------


-----------------
Fonds voor letteren ingesteld

(Van onze parlementaire medewerker) Op de begroting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is een bedrag van f 330.000 uitgetrokken als rijksbijdrage in het fonds voor de letteren. Het is de bedoeling uit dit nieuwe fonds opdrachten en stipendia te bekostigen, alsmede additionele honoraria van auteurs. De instelling van het fonds is bepleit door een commissie van overleg, waarin vertegenwoordigers van de uitgeverij, de boekhandel, de literaire wereld en het rijk zitting hadden. Het fonds krijgt de taak de letteren te bevorderen door het versterken van de economische grondslag van het schrijverschap. Behalve de f 230.000, die vorig jaar al waren uitgetrokken voor opdrachten, subsidies en stipendia, is nog eens f 97.000 extra bestemd voor het fonds, dat ook over andere bijdragen zal kunnen beschikken.

Nieuwsblad van het Noorden, 19-09-1964
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010679029:mpeg21:a0308

--------------------------------------
Fonds steunt de schrijvers

(Van onze parlementsredactie)

Een stichting 'Fonds voor de letteren' zal in de toekomst zorgen voor de steun aan Nederlandse schrijvers. Het fonds zal in 1965 van rijkswege de beschikking krijgen over ƒ 330.000,--maar zal proberen ook over andere financiële middelen de beschikking te krijgen.

Het is de bedoeling, dat het fonds opdrachten en stipendia aan letterkundigen bekostigt en aanvullende honoraria van auteurs. Minister Bot deelt dit mede in zijn toelichting op de begroting van O. K. en W. De aparte posten op de begroting tot steun aan schrijvers zijn vervallen.

Het Vrije Volk, 19-09-1964.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010955256:mpeg21:a0183


-----------------
1965


Fonds voor de letteren gesticht
Ter bevordering der Nederlandse literatuur

DEN HAAG. 22 sept — Op het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk heeft dezer dagen de eerste vergadering plaats gevonden van het door minister Vrolijk benoemde bestuur van de op 28 juli 1965 opgerichte stichting Fonds voor de Letteren. Dit bestuur bestaat voorlopig uit de heren: prof. dr. N.A. Donkersloot, voorzitter van de afdelingLetteren van de Raad voor de Kunst; prof. dr. G. Stuiveling, voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen; D. Frenkel Frank en H.A. Gomperts, benoemd op voorstel van de Raad voor de Kunst; J.J. Klant en mr. M.A. Verdaasdonk, op voorstel van de Vereniging van Letterkundigen; D. van der Stoep, op voorstel van de Vereniging tot bevordering van de belangen des boekhandels; R. Visser, op voorstel van de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond; en dr. J. Hulsker, hoofd van de afdeling Kunsten van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk die tevens als secretaris-penningmeester optreedt. Als zijn plaatsvervanger is aangewezen H.J. Michaël. Het secretariaat is voorlopig gevestigd aan het adres Nieuwe Uitleg 1, s-Gravenhage.

Het fonds heeft ten doel het bevorderen van de Nederlandse letteren, onder andere door het verlenen van opdrachten en door het toekennen van stipendia en additionele honoraria, taken die voorheen werden vervuld door het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.

De Tijd / De Maasbode, 22-09-1965
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011233961:mpeg21:a0136


Aanvullende honoraria voor schrijvers, ook Friese

Het Fonds voor de Letteren deelt mee, dat schrijvers, die voor een aanvullend honorarium voor een door hen gepubliceerd werk in aanmerking wensen te komen, zich hiervoor kunnen wenden tot het Fonds voor de Letteren, Nieuwe Uitleg 1, 's- Gravenhage. Zij moeten daartoe vóór 15 november aanstaande een verzoek indienen, vergezeld van het voorgedragen boek en een exemplaar van het hiervoor met de uitgever gesloten kontrakt, of een fotocopie daarvan. Uit dit kontrakt dient te blijken, dat de uitgever een redelijk honorarium heeft verleend.

Voor dit aanvullende honorarium komen in beginsel in aanmerking oorspronkelijke, in het Nederlands of in het Fries geschreven gedichtenbundels, romans, novellen, literaire essays, kinder- en jeugdboeken, toneelstukken, radio- en televisiespelen. De werken moeten in boekvorm zijn verschenen tussen 1 juli 1964 en 1 juli 1965. Ook herdrukken verschenen tussen de genoemde data kunnen worden ingezonden. Auteurs, die voor een bepaalde publicatie reeds een aanvullend honorarium hebben ontvangen, kunnen in dit opzicht voor een herdruk van dat werk echter niet meer in aanmerking komen. De auteurs dienen de Nederlandse nationaliteit te bezitten. Voorwaarde voor het toekennen van een aanvullend honorarium voor een bepaald werk is, dat dit een redelijke omvang heeft en naar de mening van het bestuur van het Fonds voor de Letteren voldoende literaire kwaliteit bezit. Het bestuur stelt zich voor een aantal van ongeveer honderd werken in aanmerking te brengen voor een additioneel honorarium van ƒ 1.000,—.

Leeuwarder Courant, 29-10-1965
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010617280:mpeg21:a0229

FONDS DER LETTEREN HEEFT HET MOEILIJK

(Van onze kunstredactie)

Sinds 1 september [1965] is het Fonds voor de letteren aan het werk. De voorzitter van de Vereniging van letterkundigen, prof. dr. G. Stuiveling, vertelde zaterdagmiddag de leden iets over de werking van dit Fonds. Het rijk heeft er volgens de begroting, voor 1965 ƒ 340.000 in gestort; in 1966 staat op de begroting een bedrag van ƒ 400.000.

Uit deze gelden — naar men hoopt verhoogd door bijdragen van particulieren en lagere overheden — worden stipendia aan schrijvers, additionele honoraria voor boeken en- tijdschriftbijdragen, literaire opdrachten e.d. betaald, alles dus financiële hulp aan de schrijver als creatief mens.

De ere-gelden en de subsidiëring van bepaalde uitgaven en uitgevers zijn blijven ressorteren onder het Departement voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Het Fonds voor de letteren, een stichting met binnenkort waarschijnlijk tien bestuursleden, houdt zich niet bezig met dit soort meer sociale hulp.

Prof. Stuiveling vertelde in een heel openhartige uiteenzetting, dat het bestuur van het Fondsmeteen al overladen was met moeilijk werk. In 1965 kunnen honderd boeken in aanmerking komen voor een additioneel honorarium van ƒ 1000,-; voor 260 is een dergelijk honorarium aangevraagd. Zeventien auteurs kunnen in aanmerking komen voor een stipendium van ƒ 6000,- per half jaar. Vijf en vijftig auteurs hebben een dergelijk stipendium aangevraagd. Het bestuur staat dus al onmiddellijk voor lastige en pijnlijke beslissingen.

RTV Werkgroep

De vergadering bleek zich met het beleid van het bestuur van de Vereniging te kunnen verenigen. Zij nam ook een voorstel aan tot het oprichten van een werkgroep radio-, tv- en toneelschrijvers en de aansluiting van deze werkgroep in zijn geheel bij het International Writers' Guild.

Tevens werd besloten er bij de drie grote kioskenondernemingen die het tijdschrift 'Gandalf' boycotten op aan te dringen om deze boycot ongedaan te maken.

De vergadering werd gehouden in Hotel Carlton te Amsterdam. Adriaan van der Veen vertelde aan het slot over zijn ervaringen als gastdocent in Califomië.

Het Vrije Volk, 13-12-1965.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010955874:mpeg21:a0301
--------------------------
1966


Fonds voor de letteren is op de verkeerde weg
Verhief zichzelf tot jury

De letterkundige Henk Fedder te Wassenaar, die vele bestuursfuncties bekleedt en o.a. bestuurslid is van de Vereniging van Letterkundigen, laat hieronder kritiek horen op de wijze, waarop het Fonds voor de Letteren aanvullende honoraria verdeelt onder Nederlandse schrijvers. Zaterdag a.s. houdt de vereniging haar najaarsvergadering, waarop deze kwestie aan de orde zal komen.

JARENLANG heeft de Vereniging van Letterkundigen geijverd om een fonds te verkrijgen, waarin de overheid gelden zou storten ten behoeve van Nederlandse schrijvers o.m. in de vorm van aanvullende honoraria op uitgegeven werk: boeken, gedichten, essays, hoorspelen enz. In 1965 stelde de regering ƒ 330.000,— ter beschikking, het bestuur van het Fonds voor Letteren zonderde van deze som ƒ 100.000,— af voor bovenvermelde publikaties; 250 auteurs zonden in. Aangezien het F. v. d. L. als doorgeef- en noodfonds slechts tot taak heeft dit geld uit te delen, had men iedere inzender ƒ 400,— moeten geven. Zonder enig onderzoek in te stellen naar de financiële situatie van de schrijvers, bepaalde F.v.d.L. eigenmachtig het minimum op ƒ 1000,— en schiep daarmede de moeilijkheid van selecteren. Geen nood: men deed zichzelf de jurymantel om, onderwierp 250 inzenders ongevraagd aan een vergelijkend examen; de jury zou nu wel uitmaken wie er schrijven kon en wie niet. Gevolg: 100 geslaagden kregen ƒ 1000,-, 150 gezakten kregen een verder nietszeggend stencil thuis, waarin vermeld, dat zij niet in aanmerking kwamen.

"Voldoende kwaliteit"

De voorwaarden tot deelneming bevatten o.m. de clausule: „dat het werk voldoende literaire kwaliteit bezit." De 150 kregen dus een onvoldoende op hun rapport, waarmee het F.v.d.L. tegelijkertijd de bevolkingsgroepen voor wie deze boeken enz. waren geschreven discrimineerde. Deze handelwijze is ontoelaatbaar. Als men per se een minimum wil vaststellen, dient dit onder alle deelnemers verloot te worden. Liever een beslissing door het blinde, doofstomme lot, dan door een jury die zijn eigen oordeel in alle subjectiviteit hanteert, of de huidige letterkundige mode volgt. De mode in de letterkunde wijzigt zich overigens te snel om een basis to vormen voor het uitkeren of onthouden van geld.

Ik heb dit alles in debestuursvergaderingen van de Vereniging van Letterkundigen besproken; niemand van mijn mede-bestuurders deelde mijn mening. Slechts één van hen vond dat inderdaad iedere schrijver een aanvullend honorarium toekwam, maar daar was geen geld genoeg voor beschikbaar. In wezen is dus niet het tekort aan literaire kwaliteit de grond van de afwijzing, maar geldgebrek. Welnu, laat dan het F.v.d.L. dit dan ronduit zeggen en ophouden met aan auteurs een brevet van onvermogen uit te reiken. Hierdoor kwetst men betrokkenen onnodig in hun schrijverschap, dat een integrerend deel van hun bestaan uitmaakt.

Ten slo[t]te nog dit: het F.v.d.L. moet aanvullende honoraria uitbetalen, omdat de Nederlandse schrijver in de meeste gevallen te weinig van zijn uitgever ontvangt. Wij hebben hier dus te doen met een toeslag, uitkering, ondersteuning, enz. in alle geval met financiële hulp. Die hulp heeft met literaire kwaliteiten niets uit te staan. Is een boek bij een bona fide uitgever verschenen, dan is het door hem, zij het dan mede op andere gronden, vooraf aan drie personen ter beoordeling gegeven. "Het Fonds is autonoom en bepaald onafhankelijk, het zal met deelnemers of andere belanghebbenden niet in discussie treden." Dit laatste betekent prijsvraag-allures er op na te houden.

Nogmaals: de taak van het F.v.d.L. is op het gebied van de aanvullende honoraria geen andere dan deze, het uit de schatkist verkregen geld eerlijk te verdelen. Door de selectie zijn nu bedragen uitgereikt aan schrijvers van bestsellers en aan lieden die in goeden doen zijn.

Dit ls nooit de bedoeling geweest. Ik heb daarom het F.v.d.L. voorgesteld om de toeslagen in eerste instantie te bestemmen voor schrijvers wier inkomen, dat van hun echtgenoot of echtgenote beneden de welstaridsgrens (ƒ 12.570*) ligt. De huidige methode die ook bakkerskinderen brood geeft, berust op een sociaal onrecht Zou de nieuwe minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk bereid gevonden worden om een einde te maken aan deze wantoestand? 

Henk Fedder

De Telegraaf, 10-12-1966
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:110590127:mpeg21:a0555
* ( ƒ 12.570 anno 1966 = € 29920,21 anno 2013).


K.L. Poll. Over de vraag welke schrijvers een uitkering krijgen, welke niet en waarom.
Algemeen Handelsblad, 11-04-1970. [Uit dit stuk blijkt dat alle informatie over wie geld kreeg etc. geheim werd gehouden].
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000033349:mpeg21:a0160

naar boven

Pagina aangemaakt: 01-01-2014.


  Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door:



Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie

partners

© De Nederlandse Poëzie Encyclopedie, 2014

Webdesign Revan Barlas