|
||||||||||||||||||||||||
versie: 12-08-2016 - redacteur: Bart FM Droog
Zie ook: Groninger dichters
Lex Gans, in 1962: "… Door een foutieve 'timing' was ik in oktober 1942 in het kamp Westerbork geraakt, waarvan ik mij eigenlijk alleen nog de onbeschrijfelijke chaos herinner. Met zijn perfide speculatie op de gevoelens van angst en op de medewerking van de Joodse Raad had de bezetter kans gezien zonder veel opschudding te verwekken een groot deel van de joodse mannelijke bevolking samen te brengen in de werkkampen van de Nederlandse Heidemaatschappij. (…) Op de eerste vrijdag in oktober van het jaar 1942 werden alle werkkampen omsingeld door de beruchte groene politie en de volgende dag werd de gehele bevolking van de kampen naar Westerbork gedeporteerd. De barakken in doorgangskamp Westerbork raakten overvol, de voedselrantsoenen werden steeds kleiner, de hygiënische toestanden onhoudbaar. Later zou blijken dat het nog erger kon. Als de ploeg het kamp wil uitmarcheren beginnen twee SS-ers de papieren te controleren. Papieren die Gans niet bezat: “Noem het geluk, noem het voorzienigheid, halverwege de rij kregen de heren genoeg van de controle en gaven met een handbeweging te kennen dat de hele troep mocht doorgaan. (…) Drie uur later stond ik op de Brink in Assen.
Gans: "Het was in de laatste week van september in het jaar 1943 dat ik een gevoel kreeg van jongen-neem-de-benen-want-het-loopt-mis. Amsterdam begon in die dagen voor een bona fide onderduiker die zich niet koest wilde houden een ietwat benauwde atmosfeer te vertonen. Twee maal had het moffengespuis mij te pakken gehad en twee maal was ik losgelaten zonder dat mijn ware identiteit aan het licht was gekomen." Met vervalste papieren die hij van 'Henri', een Frans journalist met Zwitsers paspoort, had gekregen, vlucht hij eerst per trein via Parijs naar Toulouse, en dan per auto naar de Pyreneeën. Daar worden hij en zes andere Nederlanders, een Canadees piloot, drie Fransen en twee Italianen door 'passeurs' per voet naar Spanje geleid. De barre tocht duurt twee dagen, maar verloopt zonder incidenten. Vervolgens zorgen Nederlandse diplomaten ervoor dat hij en de andere Nederlanders via Madrid naar Gibraltar kunnen reizen, en vandaar naar Londen. Gans, in 1962: "Terugblikkend op míjn oorlog constateer ik dat Hitler erin is geslaagd mijn familie bijna volledig uit te roeien. Het is hem gelukt mij in mijn eigen land het leven van een vogelvrijverklaarde te laten leiden. Ik heb mijn huid kunnen redden en niet meer dan mijn huid. Maar ik schrijf deze regels in mijn werkkamer aan de Noordzeekust, waar ik vanuit het venster het licht van de vuurtoren zie opvlammen en doven met steeds weerkerende regelmaat. Op mijn bureau staat een foto van mijn jongens, die het verhaal van vader horen als een legende uit de riddertijd. Misschien heb ik mijn oorlog wel gewonnen." Vertaler
Paul Lenda ca. 1946 . Fotograaf onbekend. Uit: Wim Hazeu. A. Marja, dichter en practical joker (1917-1964), [1985]
Bloemlezingen:
Den vaderland getrouwe. Een boek over oorlog en verzet. Samengesteld door Mathieu Smedts en geschreven door mensen die beleefd hebben wat ze schreven. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1962. 288p, [32]p. pl. Arbo.
Lex Gans. Deel IV, hoofdstuk I: Engelandvaart, barbaarse reis. Blz. 207-221. A.M.F. Dessing. Tulpen voor Wilhelmina. De geschiedenis van de Engelandvaarders. Dissertatie Faculty of Humanities, Universiteit van Amsterdam, 2004. http://dare.uva.nl/document/77559 Boeken, brieven en/of materiaal van, over en/of aan Alexander Gans bevinden zich in: deze pagina is mede mogelijk gemaakt door: Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie |
||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||