|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
versie: 23-03-2017 - redacteur: Bart FM Droog
zie: - Groninger dichters Op de HBS te Winschoten was C.W.E. Schultz, een Duitser en overtuigd nazi, leraar Duits. Door hem beïnvloed schreef Marja dit gedicht, dat op 2 februari 1935 in het NSB-blad Volk en Vaderland gepubliceerd werd.
Dit gedicht – een overduidelijke jeugdzonde - zou later, in 1962, toen hij bezig was 'morele fouten' van anderen op te sporen, als een boemerang tegen hem werken, toen Hans van Straten het bestaan ervan oprakelde. Al in 1936, na de Italiaanse inval in Abessinië, brak Marja met Schultz. Hij hield zich sedertdien verre van het nationaalsocialisme. In de herfst van dat jaar verscheen het eerste nummer van Plomp, maandblad voor scholieren, opgericht en geredigeerd door A.Th. Mooij en J.E. Folkers, een blad bestemd voor leerlingen van het gymnasium, de HBS. en de Kweekschool te Winschoten. Een van de medewerkers aan Plomp werd de 17-jarige Johan van Delden. Er ontstond een vriendschap, die eerst na tien jaar verwaterde. In juni 1937 werd zijn vader in Yerseke (Zeeland) beroepen. A. Marja ging in Groningen op kamers. Op de christelijke HBS in de provinciehoofdstad behaalde hij zijn eindexamen HBS. Na een kort intermezzo als leerling-journalist te Breda verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij part-time medewerker van het Algemeen Handelsblad werd. In 1939 keerde Marja terug naar Groningen en werd vrijwilliger bij het Volksblad. Hij richtte een kunstkring op en organiseerde samenkomsten van jonge auteurs. Ab Visser: "Kort voor het uitbreken van Wereldoorlog II waren er zoveel jonge dichters en schrijvers in Groningen, dat de eerbiedwaardige Martinitoren bedenkelijk zijn grijze pijnappel schudde. Ik leerde Ferdinand Langen kennen en samen maakten wij kennis met A. Marja, Lex Gans, Koos Schuur, Eddy Evenhuis (een 'wonderkind' in de poëzie, evenals Halbo C. Kool), Max Dendermonde, Albert (Koos) Redeker en Hans Redeker, Menno de Munck en W.H. Nagel, die zich later J.B. Charles zou noemen en niet op zou houden het spoor terug te volgen. Het was niet allemaal pais en vree en het zou vervelend geweest zijn, wanneer dat wel het geval ware geweest. Niet voor niets deed het gevleugelde woord van Lex Gans de ronde: 'Eén dichter: een slecht vers; twee dichters: een borrel; drie dichters: ruzie.'(...)” Marja's literaire carriére verliep aanvankelijk voorspoedig. I. Schöffer: "Hij publiceerde talrijke dichtbundels en kreeg veel, ook proza, geplaatst in prestigieuze literaire bladen, zoals Groot Nederland. In 1941 behaalde hij succes bij een ruimere lezerskring met de roman Snippers op de rivier, die nadien nog viermaal zou worden herdrukt. Het is een in het staccato van de Nieuwe Zakelijkheid geschreven, autobiografisch geïnspireerd verhaal over het volwassen-worden van een adolescent in zijn eindexamenjaar." Ko Veldkamp: "Politiek was Marja volkomen goed," zou J.B.Charles (Willem Nagel) later in een interview zeggen, "maar als persoon te onevenwichtig". De tot over zijn nek in het illegale werk zittende Nagel vertelde Marja in de oorlog niets over zijn verzetsbezigheden. "Jij bent een man die zijn bek niet kan houden," zei Nagel tegen Marja." Zover bekend was Marja niet in de illegaliteit actief. Wel richtte hij met J.B. Charles en W.H. Overbeek de Groninger clandestiene uitgeverij In agris occupatis op. Deze bracht de Volière-reeks uit. De boekjes werden gedrukt door onder anderen H.N. Werkman. Ook was hij betrokken bij de clandestiene Bayard-reeks van uitgeverij Kroonder uit Bussum. I. Schöffer: "In diezelfde tijd echter werd Marja door problemen van persoonlijke aard gekweld. Naast voortdurende geldzorgen betroffen die vooral zijn blijvend zwakke gezondheid: een ernstige darmziekte bracht hem in 1942 zelfs aan de rand van de dood. Marja's vader nam hem op in zijn huis te Yerseke, en het proces van genezing zou meer dan twee jaar in beslag nemen. Maatschappelijk had Marja reeds lang tevoren moeite gehad zijn draai te vinden; van letterkunde, dat bleek wel, viel niet te leven. De noodzaak van een vaste werkkring werd intussen des te dringender toen Marja in 1944 uit Yerseke naar Groningen terugkeerde en daar trouwde met zijn schoolliefde 'Puck', het meisje dat hij in menig gedicht had bezongen." I. Schöffer: "Van 1950 tot 1958, toen hij medisch werd afgekeurd, was hij directeur van het Haagse consultatiebureau voor alcoholisme. Dit sociale werk lag Marja wel. Als literator kon het hem echter allerminst bevredigen. De dagelijkse werkzaamheden hielden hem af van wat hem bovenal bezielde: schrijven en dichten." Practical jokes Marja werd er natuurlijk van verdacht achter deze 'practical joke' te zitten. Het bestuur - Ad den Besten, A den Doolaard, Hella Haasse en Gabriël Smit - van de VvL royeerde hem onmiddellijk. Marja reageerde daarop zo verongelijkt, alle schuld aan de circulaire ontkennend, dat een opgewonden ledenvergadering van de Vereniging op 3 april 1962 te Amsterdam het royement ongedaan maakte. Waarop het bestuur van de VvL en blocopstapte. Johan van Delden, in 1985: "Over mijn vroegere relatie tot Marja denk ik positief. Van wat hij heeft geschreven kan ik met veel waardering herlezen. Toch betekende zijn dood voor mij geen gemis. De vriend van mijn jeugd was al eerder gestorven." Marja werd op 14 januari 1964 begraven op begraafplaats Westduin in Loosduinen (Den Haag). Zijn graf werd na tien jaar geruimd. Over A. Marja
Radioportret A. Marja. Het portret is uitgezonden in het radioprogramma 'Boeken' van de VPRO, 29-09-1987. Een geluidsopname bevindt zich in de Groninger Archieven, catalogusnummer AV14076.
Geen mooij-schrijverij voor u en mij! 92 opdrachtexemplaren van A. Marja. Verzameld en ingeleid door Nick ter Wal. PS, Groningen, 2010. [23]p. Oplage 52 genummerde ex. Boekje over opdrachten die A. Marja in boeken van zijn hand zette
Blauw, rose en grijs. [Gedicht]. [Eigen beheer], [Yerseke], 1943]. 8p. Clandestien. De Jong nr. 1006. Verlucht en gedrukt door H.N. Werkman in een oplage van vijftig genummerde en gesigneerde exemplaren. Online in Geheugen van Nederland.
Steekspel op de wijnkaart. [Gedichten van] A. Marja, J.C. Bloem. D'Onderduiker, Reimerswaal [= s.l.], 1984. [6]p. Oplage van 20 genummerde exemplaren. Roofdruk.
Overige genres Snippers op de rivier. Roman. Meulenhoff, Amsterdam, 1941. 215p.; 2dedruk bij [s.n.], Bussum, 1946, 182p.; 4de herziene druk bij Manteau, Brussel / Den Haag, 1964. 138p. Marnixpocket 18. 5de druk bij Van Walraven, Apeldoorn, 1980, 127p. Zilverschoonreeks 1, met een nawoord van Johan van Delden. Herdruk [=6de druk] [1984]. [7de druk] bij Kleine uil, Groningen, 2008. 126p. In kleine terts. Novellen. Kroonder, Amsterdam, 1942. 80p. Schuchter en iets luider. Essays en kritische aantekeningen. Kroonder, Bussum, 1946. 121p. Zeepbellen in de orkaan. Dagboeknotities uit een donker kwartaal. De Bezige Bij, Amsterdam, 1947. 116p. Essays. Binnendijks, buitendijks ... Essays, kauserieën en kritische notities. Kroonder, Bussum, 1949. 188p. Buiten het boekje. Geschreven portretten van vrienden en vakgenoten. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1954. 105 p., [17] bl. pl. 2de druk 1958. Tussen de gemaskerden. Ver- en onbe-scheidenheden meest op letterkundig gebied. Bakker/Daamen, Den Haag, 1958. 112p. Ooievaar 97.
Chez Antoine. Een Groningse herinnering. Sjaaalmanpers, Utrecht-Bunik, 1984. [12]p. Sjaalmancahiers deel 2. Oplage 100 genummerde ex. Eerder verschenen in: De Groene, 1963 (28 december). M.H. Werkman en A. Marja. Herinneringen aan H. N. Werkman. Sjaalmanpers, Utrecht-Bunnik, 1985. 21p. Klein literair museum deel 6. Oplage van 115 exemplaren, genummerd 1-100 en I-XV. Brief aan een psychiater. Sjaalmanpers, Utrecht-Bunnik, 1986. 12p. Sjaalmancahiers deel 13. Oplage van 115 exemplaren, genummerd 1-100 en I-XV. Eerder versch. in: Kentering, jrg. 1963. Bloemlezingen:
Voor de bijl. Schrijvers slaags met de buitenwereld. Polemische uitingen in poëzie en proza uit twee eeuwen Nederlandse literatuur. Verzameld en ingeleid door A. Marja. Daamen [etc.], Den Haag [etc.], 1955. 182p.; Ooievaar nr. 21. Over de kling. Schrijvers slaags met elkaar. Polemische uitingen in poëzie en proza uit twee eeuwen Nederlandse literatuur. Verzameld en ingeleid door A. Marja. Bert Bakker/Daamen, Den Haag, 1956. 206p. Ooievaars-pocket, Poëzie van A. Marja is in deze bloemlezingen aangetroffen. Dichters van dezen tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1950 (17de herz. druk). Dichters van deze tijd. Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1960 (20ste druk). Al schrijvend. Querido, Amsterdam, 1971. Geloven in Gedichten. Boekencentrum, ‘s-Gravenhage, 1980. Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie. Meulenhoff/Kritak, Amsterdam/Leuven, 1992. 6e editie. Geur van honing en jonge melk. Kwadraat, Utrecht, 2000.
deze pagina is mede mogelijk gemaakt door: Vrienden van de Nederlandse Poëzie Encyclopedie |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||